GODDAER Norbert (1933-2019)

Biografie

Norbert Goddaer werd geboren op 26 januari 1933 te Kortrijk. Hij behaalde naast het diploma Algemene Muzikale Opvoeding (eerste graad) ook 8 eerste prijzen aan het Koninklijk Muziekconservatorium Gent, met name notenleer, transpositie, klarinet, saxofoon, kamermuziek, harmonie, contrapunt en fuga. Goddaer volgde compositie bij Jan Decadt. In de jaren 1950 was hij lid van de “Hot Club van België” en behaalde bij het Internationale Jazz Concours 1955, ingericht door deze jazzclub, de Eerste Ereprijs in de sectie Modern Jazz. In 1953 richtte hij zijn eigen ensemble op: Modern Jazz Quartet Nobert Goddaer.

Goddaer stond bekend als fervent jazzfanaat. Hij onderwees aan de Muziekacademie Harelbeke, het Stedelijk Conservatorium Kortrijk en het Koninklijk Muziekconservatorium Gent. In het schooljaar 1979-1980 promoveerde Goddaer tot Rijksinspecteur van het secundair en het hoger muziekonderwijs, maar opteerde daarna voor het ambt van directeur aan de Muziekacademie Wetteren en voor de functie van harmonieleraar aan het Koninklijk Muziekconservatorium Gent. Bovendien maakte hij arrangementen voor, en was hij gastdirigent van het toenmalig BRTN koor. Hij schreef diverse bundels harmonie-, fuga- en contrapuntoefeningen, notenleerlessen, ritmische studies en examenlessen. Goddaer componeert nog steeds zowel vocale, instrumentale als digitale muziek.

Nobert Goddaer overleed op 28 februari 2019.

 

Werkbespreking

Goddaer omschrijft zijn muziekstijl als eclectisch. Het volgende citaat, waarin hij zijn eigen stijl en die van zijn zoon Piet Goddaer (bekend als Ozark Henry) beschrijft, getuigt daarvan: “onze stijl is wat we noemen eclecticisme, dit is het streven om alles wat we horen, werkwijzen en muziekstijlen van anderen, over te nemen en te versmelten tot iets nieuws, nieuwe tendensen aangevuld met eigen materiaal.” Dit betekent dat hij bestaande technieken en stijlen aanwendt waardoor zijn persoonlijke tendensen veelzijdiger en heterogener van aard zijn; “music made out of music” is dan ook het motto van Goddaer.

De composities van Goddaer weerspiegelen zijn dagelijks leven. Daarbij laat hij zich door diverse omstandigheden inspireren. Zo zijn How about London, Escapism, Cordoba, Flâneries en Five Mosaics gebaseerd op reisindrukken. How about London (1995) voor brassband is opgedragen aan Lieven Maertens, dirigent van de Kortrijk Brass Band. Het telt 5 delen (allegro deciso – grave – moderato – scherzo – marziale), en is een compilatie van flashes en impressies van het straatleven in Londen: de gehaaste circulatie van mensen, auto’s, taxi’s en de vermaarde dubbeldekkers, de gevarieerde winkeletalages, theaters, historische monumenten, koninklijke parken, de paraderende koninklijke garde. How about London werd bekroond met de BAP-prijs (Belgische Artistiek Promotie) van Sabam voor de compositiewedstrijd Hafabra 1995 in de categorie brassband. Reflexions de Cordoba (1998) voor concertband is geïnspireerd door Spaanse volksdansen: typisch zuiderse ritmen en melismen worden gecombineerd met flamenco akkoorden. Het werk bestaat uit 3 delen: Flores – El Cochero – Que ere bonita.

Andere composities zoals Requiem, Suite Cabriolesque, Wink, EbbTide, Amen Choral werden dan weer ingegeven door bepaalde gemoedsbewegingen. Suite Cabriolesque (1996) voor klarinet en koor is een suite in klassieke stijl: een opeenvolging van 5 delen in dezelfde tonaliteit maar met een verschillend karakter. Het eerste deel Quadrille (leggiero) is een opeenvolging van bewegingen en figuren, uitgevoerd door vele dansers. Java (moderato) is een populaire dans in ternaire maat. Erna volgt een langzaam deel Guingette(lento) dat een klein café voorstelt waar men muziek beluistert, babbelt, danst en drinkt. Valse musette (allegro) is een bal musette, een 18de-eeuws genre met pastoraal karakter. Het laatste deel Cancan (bravura) is een zeer geanimeerde en acrobatische quadrille, uitgevoerd door ‘girls’.

Concerto in C Minor, Clarinet Unlimited , Nexus, Paganinesque, Sonata en HardScore waren compositie-opdrachten. Het concerto in do klein (1997) is geschreven voor soloklarinet en concertband. Bravoure- en dolce-passages wisselen elkaar af in de eerste beweging Allegro. In de virtuoze passages wordt de soloklarinet begeleid door de volledige concertband met percussie. Een daarop volgend onderdeel (zonder percussie) wordt gekenmerkt door een andere textuur: de soloklarinet speelt ‘sweetly’ en wordt ‘persoonlijk’ begeleid door een andere klarinet; de algemene begeleiding gebeurt door klarinet, sax, hoorn en fluiten. Vervolgens worden deze passages gevarieerd herhaald. Erna verschijnt een vrij virtuoze passage voor soloklarinet, opnieuw begeleid door concertband. Het Allegro wordt afgesloten zoals het begonnen is: de bravourepassage van bij het begin wordt opnieuw gespeeld. In het tweede deel Lento poneert de soloklarinet een aantal motieven, die dan geïmiteerd worden door andere instrumenten. Er volgt hierna een cadenza voor het soloinstrument. Het tweede deel wordt afgesloten met een herhaling van de beginpassages, net als in het Allegro. Het Scherzo heeft een “sparkling”-karakter en wordt ingeleid door de concertband. Opnieuw speelt de soloklarinet enkele motieven die herhaald worden door andere instrumenten. De basklarinet komt op de voorgrond, afgewisseld met begeleiding van de concertband. Een trio met soloklarinet, klarinet en basklarinet volgt. Het Scherzo sluit af zoals het is begonnen. Het laatste deel Rondo is afwisselend Allegro con brio en Grazioso, wat doet denken aan de afwisselende bravoure- en dolcepassages van het eerste Allegro deel. Clarinet unlimited(1999) voor klarinetsolo is geschreven in een toegankelijke 20ste-eeuwse stijl. Rustige, jazzachtige delen wisselen af met virtuoze passages.

Goddaer componeerde reeds vele werken voor big band, brassband en concertband. Big Wind Band project (1994) voor big band en wind project zijn variaties op een “chorus” in drie bewegingen. De eerste Please, show me the way to the School of Music (allegro giocoso) is een dialoog tussen de concertband met zijn typische eigenschappen en de swingende stijl van de big band. Simultane binaire en ternaire figuren alluderen speels op de contrasten tussen traditionele en hedendaagse ideeën. Het tweede deel is de Donde esta la Banda Grande (andante), waarbij de Banda Grande de gezellige sfeer van de bossa, een Latijnse dans, brengt. Second floor, room four (scherzando) is een compilatie van de 3 variaties die de finale vormen van deze luchtige en schertsende dialoog. Big Wind Band project is een herinnering aan de muziekschool: de eerste stappen naar de muziek, de lokalen, de muzieklessen, de ontmoetingsplaats van musici. Hymn to my home town (1994) voor brassband is een eerbetoon aan de stad Kortrijk. De inzet, de koraalmelodie, geeft een plechtige en vredige indruk. In het middendeel wordt een fuga-achtige stijl aangewend, die de strijd om de ontvoogding van Vlaanderen muzikaal tot uitdrukking brengt. Dissonanten representeren gevoelens van vernieling, leed en rouw. Het einde van de strijd en het herstel van de rust in de stad wordt muzikaal voorgesteld door de terugkeer van het hoofdthema in de reprise.

Where the golden river flows (1997) voor concertband werd geschreven naar aanleiding van de 15de verjaardag van de Concertharmonie Crescendo uit Bissegem en opgedragen aan de dirigent van deze vereniging, Norbert Vergalle. De titel verwijst naar Bissegem zelf, de “Golden River” is de Leie. Het werk bestaat uit 4 delen: Celebration bells wordt ingeleid door feestklokken op I en V; Celebration tune is een plechtig en statig feestlied; Celebration march is een vrolijke en opgewekte mars; Celebration party wordt afgesloten met de feestklokken van bij het begin (“het feest is over”).

Als fervent jazzfanaat schreef Goddaer verscheidene jazz geïnspireerde werken. Ni Hao (2000) voor koper-, klarinet- of saxofoonkwintet is een jazz waltz. Het werd in de componistenwedstrijd voor jazzthema’s van Sabam (in samenwerking met “Jazz Hoeilaart International’s Europ’Jazz Contest Belgium 2000”) bekroond met de BAP-prijs. Andere jazz geïnspireerde werken zijn Blue Fusion(1997), een bluesthema voor piano, en Bluesology (1984), een jazz suite voor piano.

 

Werklijst

Klarinet / Saxofoon: Fughetta voor klarinetkwartet/ saxofoonkwartet (1990); Impressions voor klarinet en strijkorkest (1990); Five Mosaics voor klarinetkwartet (1992); Motions voor klarinet-choir/ 4 saxofoons (1994); This is minimal voor klarinet, piano of tape (1995); Wink voor klarinet-choir/ saxofoon-choir (1995); Five Chorales voor klarinet-choir (1996); Suite Cabriolesque voor klarinet-choir (1996); Concerto in c minor voor klarinetsolo en piano (1997); Concerto in c minor voor klarinet en symfonische band (1997); Paganinesque voor klarinetsolo en klarinet-choir (1997); Virtual Effects voor Eb-, Bb- en basklarinet (1997); Sonate voor klarinet en percussie (1997); Aubade voor klarinet en piano (1998); Ballad voor basklarinet en piano (1998); T.L.C. voor klarinet-choir/ piano (1998); Turbulences voor klarinetkwartet (1998); Cool Invention voor klarinet en strijkorkest (1998); Clarinet Unlimited voor klarinetsolo (1999); Five Bagatelles voor klarinet en piano (1999); Theme and Dances voor klarinet ensemble (1999); Musix voor 5 klarinetten (1999); Duetten voor 2 klarinetten (2000); Ni Hao voor 5 klarinetten/ 5 saxofoons (2000); Hardscore voor Eb saxofoon en piano (2000); Ebbtide voor klarinet, cello en piano (2001); Passages voor klarinetkwartet (2002); Safira voor klarinet, fagot en piano (2004); The Clarinet Factory voor klarinet ensemble (s.d.); La Valse voor klarinet ensemble (s.d.); Petillances voor zes klarinetten (s.d.); Trio con brio voor klarinet, altviool en piano (s.d.)

Kopers: Three figures voor trompetsolo (1994); Hymn to my home town voor brassband (1994); How about London voor brassband (1995); Grooves voor trompet en tape (1998); Shift voor 4 trombones/ 3 euphoniums en bas (1999); A flavour of brass voor koperkwintet (2001); Nexus voor brassband (2001); Never give up voor bastuba en brassband (2002); The stone of destiny voor brassband (2004)

Wind band / Big band: Pentatonic Jingle voor wind project (1994); Big wind band project voor big band en wind project (1994); Where the golden river flows voor wind band (1997); Escapism voor flugelsolo en symphonic band (1997); Cordoba voor wind band (1998); Low Budget March voor symphonic band (1998); Donde esta la banda grande voor big band

Pianowerken: Bluesology (1984); Waltzing Cats (1994); Suite Cabriolesque voor 2 piano’s (1996); Six Flâneries (1996); Blue Fusion (1997); T.L.C. (1998); Sonatina (2003); Six Inventions; Colours

Strijkers: Four Tests voor contrabas en piano (2002); Devices voor strijkkwartet (2002); The stone of destiny voor strijkorkest (2004)

Accordeon: Hommage à l’accordeon voor accordeonsolo (2000)

Vocale muziek: Requiem voor solist, koor en orkest (1986); Amen Choral voor sopraan, alt, tenor en bas (1987); Twee atonale vocalisen voor alt of bas (1992); Pie Jesu voor sopraan, alt, tenor en bas (2003); Koraal voor solist, koor en orkest; Koraal voor sopraan, alt, tenor en bas

Digitale muziek: Autumn Vibrations (1993); Fractals voor dvd-project

 

Discografie

– AT THE DESERT’S EDGE (Robert Spring, J. B. Smith), Whole Sum Productions USA
– HYMN TO MY HOME TOWN (Kortrijk Brass Band, Lieven Maertens), Eurosound BV Herveld
– CONCORD JAZZ AND WINDS (Concord Jazz Ensemble, Joost De Rijckere), World Wind Music 8713604000100, 1995
– PROMENADE (Muziekkapel van de Belgische Zeemacht), Traxon 88160-2, 1997
– CLARIBELFEST (Claribel Clarinet Choir, Robert Spring, Luc Note, Guido Six), Signum, 1999
– CLARINET UNLIMITED (Kelly Johnson, Gail Novak), Texas State University USA
– ESCAPISM (Kon. Harmonieorkest Vooruit, Steven Devolder)

 

Uitgever

Lantro Music (Grimbergen)

 

 

© MATRIX
Teksten van Valerie Van der Speeten
Laatste aanpassingen: 2020