DE MEY Thierry (1956)

Deze componist, filmregisseur en slagwerker werd in 1956 in Brussel geboren. De Mey’s ontmoeting met Henri Van Lier, professor aan de IAD (filmschool in Brussel), is de katalysator geweest voor zijn muziek en filmwerk. Eén aspect uit Van Liers lessen is De Mey altijd blijven meedragen: artistiek engagement moet ondersteund worden door een zin voor mathematische structuur. Van Lier had De Mey in contact gebracht met de muziek van Steve Reich. De ritmische verschuivingen, de opvallende structuur en de chaotische stadsklanken van Reich waren voor De Mey een belangrijke inspiratiebron.

De kennismaking met Fernand Schirren, als percussionist verbonden aan het Ballet van de 20ste eeuw, was een tweede bepalende factor voor De Mey’s artistieke ontplooiing. De Mey ontmoette Schirren via zijn zus Michèle Anne die dans studeerde aan Mudra, de balletschool van Maurice Béjart waar Schirren ritmeles gaf. Schirren had een consistente visie op ritme en beweging: ritme als beweging. Zijn ‘filosofie van het ritme’ was ingebed in de dualiteit van twee onomatopeeën namelijk het ‘hé’ en de ‘boem’. Het ‘hé’ verwijst naar het begin van de ritmische beweging, de sprong, de boog en bij uitbreiding het verschil. De ‘boem’ verwijst naar het punt van aankomst, de rust, en bij uitbreiding hetzelfde, de verdeling. Op esthetisch vlak leidt deze visie tot een onoplosbare spanning tussen deze twee polen. Ze belet zowel het repetitieve als het altijd verschillende van het serialisme, waarbij elk richtpunt verloren raakt. Deze theorie maakte indruk op Thierry De Mey die tot op de dag van vandaag nog steeds weigert om ritme te zien als een loutere combinatie van lengtes binnen een tijdsschema.

Na zijn studie aan de IAD en zijn percussielessen bij Schirren, debuteerde De Mey als componist met Rosas danst Rosas. Samen met Peter Vermeersch schreef hij in 1983 de muziek voor de choreografie van Anne Teresa De Keersmaeker, oprichtster van het dansgezelschap Rosas. De meeste van zijn muzikale werken componeerde De Mey in samenwerking met choreografen of voor de groep Maximalist! (1984-1989), die hij in 1984 samen met Peter VermeerschWalter Hus en Eric Sleichim oprichtte. Daarnaast lag hij aan de basis van Ictus, een Belgisch ensemble voor hedendaagse muziek, dat reeds meerdere composities van hem creëerde. Waneer Anne Teresa De Keersmaeker in 1995 P.A.R.T.S., haar school voor hedendaagse dans oprichtte, had Thierry De Mey de leiding over het choreografische compositieprogramma. Sinds 2005 is De Mey onder andere samen met zijn zus artistiek directeur van Charleroi/Danses.

De Mey’s muziek kende in het buitenland veel bijval: onder andere het Hilliard ensemble, de London Sinfonietta, het Orchestre Symphonique uit Lille, Ensemble Modern en het Arditti strijkkwartet voerden zijn muziek uit. Zo droeg hij zijn Suite pour violon solo uit 1993, in het kader van het Festival Octobre en Normandie, op aan Irvine Arditti, eerste violist bij het gelijknamige strijkkwartet.

De Mey maakt niet alleen muziek, maar ook dansfilms en filminstallaties; en werd in elke van deze kunstdisciplines met nationale en internationale prijzen onderscheiden: Bessie Awards in New York, het Forum des Compositeurs de l’Unesco, Eve du Spectacle, de prijs van de beste Belgische kortfilm op het Vlaams Filmfestival in Gent in 1999 voor zijn film Musique de Tables, de prijzen voor beste regie en muziek op de Grand Prix International du Film de Danse in Nice en de Dance for the Camera Award op het Moving Pictures Festival in Toronto in 2000. De Mey werd in 1998 gevraagd als gastcomponist in Fresnoy, als huiscomponist van MUSICA 2001-2002 te Straatsburg en was in 2004 de centrale figuur op het Musique en scène festival in Lyon.

 

Werkbespreking

Het centrale element in De Mey’s composities is beweging. Met zijn muziek en films wil hij ritme in en door lichamen beleefd laten worden. Visuele en choreografische aspecten zijn dus even belangrijk als het uiteindelijke klankresultaat. Musique de Tables uit 1987 is hiervan een duidelijk voorbeeld. Het is een compositie voor zes handen op drie tafels. De drie percussionisten beschikken enkel over deze tafel als instrument en dienen verschillende bewegingen met hun beide handen uit te voeren, gaande van eenvoudige handelingen zoals ‘le plat’ (met de binnenkant van de hand op de tafel slaan), ‘le revers’ (het oppervlak van de tafel raken met de buitenkant van de hand), ‘le tranchant’ (een soort karateslag), ‘la dactylo’ (parallelle wrijfbewegingen met de polsen over de tafel) en ‘les essuie-glaces’ (wisbewegingen van de onderarmen) tot cirkelbewegingen en meer pianistieke handelingen als de ‘arpèges’ en ‘les one-finger-Pianist’ (het quasi beslaan van de toetsen van een piano met de vinger maar dan op verschillende plaatsen op de tafel). De Mey karakteriseerde elke uit te voeren figuur met een naam en een symbool, en voegde het geheel aan symbolen als een soort legende aan de partituur toe. De variatie aan klanken die daarbij moest ontstaan, had De Mey vastgelegd in een partituur waarbij voor elke hand een soort notenbalk werd voorzien, gelijkaardig aan de pianonotatie. De posities van de handen en de bewegende figuren zijn een soort vormentaal die vergeleken kan worden met een danschoreografie. Deze compositie gaat niet alleen om de muziek, maar ook om de bewegingen die nodig zijn om de muziek te produceren.

Op Musique de Tables volgde nog een reeks werken voor ‘percussionisten zonder instrument’ die de grens tussen beweging en geproduceerd geluid, en het visuele en het sonore verkennen. Light Music voor dirigent/solist en projectiemateriaal is het vijfde werk uit deze reeks en werd in 2004 gecreëerd op het Musiques en scène festival in Lyon. Christophe Lebreton bouwde een interactief systeem waarmee de dirigent/solist aan de hand van een simpele handbeweging geluiden en muzikale sequenties kan doen klinken en manipuleren in tijd en ruimte. De bewegingen worden geaccentueerd door lichten en projecties en functioneren zo als interface tussen de perceptie van geluid en van licht en tussen de gebruikte technologie en de uitvoerder.

Het hoeft niet te verbazen dat De Mey, met zijn grote aandacht voor beweging, een vaste partner voor samenwerkingen werd van verschillende Belgische choreografen. Muziek schrijven is voor De Mey vaak dus een functionele aangelegenheid: de muziek onstaat niet als werk op zich, maar is deel van een groter kunstproject. Aan functionele muziek kleeft een negatieve bijklank, maar het is precies de bewuste keuze om muziek te schrijven die bruikbaar is en samen kan ontstaan met andere kunstvormen, die Thierry De Mey als componist onderscheidt. Je kan De Mey’s muziek niet los zien van de dansvoorstellingen, films en installaties waarvan ze deel is. De Mey staat dan ook sceptisch tegenover het integrale serialisme – hij spreekt over “componisten die met toonduur en toonhoogtes Tetris spelen” – en al te strikte artistieke ideeën (zoals psychologische of politieke muziek, filosofische ideeën en mystieke geloofsovertuigingen).

De Mey’s samenwerking met choreografe Anne Teresa De Keersmaeker resulteerde in de dansvoorstelling Rosas danst Rosas. Lichamelijkheid, vrouwelijkheid en alledaagse bewegingen staan centraal. Het lichaam is in deze choreografie zowel een drager van betekenis als een non-sensicaal materiëel gegeven. Repetitiviteit en mathematische structuren zijn kenmerkend voor de totale compositie. De Mey en De Keersmaeker creëerden een spanning tussen een koude, vooraf vastgelegde vorm en het fysieke van de danseressen die een aantal figuren eindeloos herhalen. De strikte vorm wordt zo een structurele muur waar de danseressen tegenaan lopen. Het ensemble danst in geometrische patronen en gebaren uit het dagelijkse leven bepalen het ritme van de choreografie. Die alledaagse bewegingen hebben vaak een ‘flirterige’ of ‘vrouwelijke’ connotatie, zo vormt door het haar strijken en een T-shirt recht trekken het basisvocabularium van Rosas danst Rosas. De betekenisdragende bewegingen verliezen hun betekenis en worden een puur lichamelijk gegeven omdat ze voortdurend worden herhaald. De Mey’s muziek bij de choreografie vertrekt van een eenvoudig herhaalde ritmiek van kwartnoten in unisono waarbij de oorspronkelijke melodische gestalte van vier toonhoogten in verschillende combinaties gebruikt wordt en verschoven wordt binnen de maat. Dit oorspronkelijke proces wordt op zijn beurt verschillende keren gevarieerd door het veranderen van de toonhoogten. De Mey laat een organische vorm infiltreren in een logische ‘machinevorm’ van structurele processen.

In andere vroege werken, gebruikte De Mey een gelijkaardige procedure. Zelf zegt hij dat zijn eerste stukken spelen met het ritme aan de hand van figuren, waarbij elke figuur een bepaalde kwaliteit van de beweging voorstelt, een soort motorische staat van het lichaam, of een danspas.

In 1996, dertien jaar na het ontstaan van de dansvoorstelling, neemt De Mey de filmversie van Rosas danst Rosas op in de leegstaande RITO-school te Leuven. Dit architectonische monument, in 1936 gebouwd door Henry van de Velde, is door de strakke geometrische vormen geschikt als decor voor het stuk. Architectuur, dans en film worden op die manier vervlochten tot een soort Gesamtkunstwerk. Dansfilms en installaties met dansfilms, zoals One Flat Thing reproduced (2006) en La Valse (2010), krijgen vanaf dan een zeer belangrijke plaats in De Mey’s artistieke output.

Ook in De Mey’s zuiver instrumentale muziek blijft beweging het belangrijkste aspect. De Brusselse componist ging op zoek naar een manier om akoestische modellen te doen bewegen. Kinok voor een ensemble van twaalf muzikanten, geschreven in 1993-1994 voor het Ictus ensemble, is Russisch voor de bewegingen van het oog. Concreet betekent het hier een spel van superposities van versnellingen en vertragingen, uitgevoerd door de verschillende instrumenten. Deze versnellingen en vertragingen worden opgewekt door het naast en boven elkaar plaatsen van extreem verschillende notenwaarden zoals tweeëndertigste noten en hele noten.

In Amor constante más allá de la muerte voor een ensemble van zes muzikanten en elektronica op een choreografie van De Keersmaeker (1996), inspireerden beide artiesten zich op de vormen van de spiraal en de golfbeweging. Ze gaan op zoek naar equivalenten uit de sonore en choreografe wereld. Opvallend in het notenbeeld van De Mey is de ‘quasi-imitatieve’ techniek die doet denken aan de muziek van Steve Reich en Philip Glass: de musici spelen hetzelfde materiaal in een miniem faseverschil. Kenmerkend voor De Mey is dat het authentieke materiaal van de stem die inzet qua ritmiek gevarieerd wordt door de andere stemmen. Zo vermijdt de componist zowel het repetitieve als het steeds verschillende, waardoor hij een evenwicht creëert tussen beide.

De samenwerking tussen De Mey en De Keersmaeker werd in 2003 gevierd in Counter Phrases, een filmavond met live muziek. Tien kortfilms van Thierry De Mey werden op muziek gezet door tien componisten. Daarop zouden dan tien choreografieën van Anne Teresa De Keersmaeker uitgevoerd worden door Rosas. Elk van de tien componisten nam één van de variaties voor zijn rekening: Georges Aperghis, Thierry De Mey, Robin de Raaff, Luca Francesconi, Jonathan Harvey, Toshio Hosokawa, Magnus Lindberg, Steve Reich, Fausto Romitelli en Stefan Van Eycken.

Naast de samenwerking met De Keersmaeker trad De Mey vanaf 1987 ook in dialoog met Wim Vandekeybus. Samen met deze choreograaf realiseerde hij projecten zoals What the body does not remember, L’ombre de l’avion (een kort theaterwerk geïnterpreteerd door De Mey, Josse de Pauw en Wim Vandekeybus), Les porteuses de mauvaises nouvelles en Le poids de la main en Roseland.

 

Werklijst

Solo: Tippeke (1996); Suite pour violon solo (1993); Unknowness (1996); Silence must be! (2002); Light Music (2004)

Kamermuziek: Musique de Tables (1987); Déséquilibre (1989); Mouvement no. 3 pour quatuor à cordes (1991); Quatuor à cordes no. 1 (1991)

Ensemble en orkest: Kinok (1993-1994); Amor constante más allá de la muerte, versie voor zes muzikanten en elektronica (1994)

Elektronische muziek: Tra (2000); Piéces électroniques: scies, bonds, empreintes (2004)

Vocale muziek: Amor constante más allá de la muerte, versie voor vier mannenstemmen en versie voor koor (1994)

Multimedia/film: Musique de Tables (1987); Roseland (1991); Rosas danst Rosas (1996); Tippeke (1996); Deep in the wood (2002-2004); Counter Phrases (2003-2004); Barbe Bleue (2006); From Inside (2008); La Valse (2010); Rémanences (2010)

Muziek voor choreografie: Rosas danst Rosas (1983); What the body does not remember (1987); Les porteuses de mauvaises nouvelles (1989); Le poids de la main (1990); Kinok (1994); Amor constante más allá de la muerte (1994); Tra (2000); (but if a look should) April me (2002)

Muziek voor theater: L’ombre de l’avion (1988)

 

Bibliografie

– S. GENTER, Anne Teresa De Keersmaeker, in M. BREMSER en L. SANDERS, Fifty Contemporary Choreographers, Londen en New York, 1999, p. 87
– A. HUANG, Musique de Table (1987) by Thierry de Mey, in R. HARTENBERGER, The Cambridge Companion to Percussion, Cambridge, 2016, p. 137
– L. YUNG-PING, Performing arts on percussion: percussion musical theater – Musique de table by Thierry De Mey, thesis (promotor: Y. KNOCKAERT), Leuven: Lemmensinstituut, 2013

In het tijdschrift Etcetera verschenen heel wat artikels over Thierry De Mey.

 

Discografie

– Kinok/Unknowness/Concerto violon/Amor constante (Ictus ensemble o.l.v. Georges-Elie Octors), Accord FD5415
– Thierry De Mey – Peter Vermeersch – Rosas Danst Rosas, Schaamte VZW SCH 0001
– Undo (Ictus ensemble o.l.v. Georges-Elie Octors), Sub Rosa FD5425
– Kinok (Ictus ensemble o.l.v. Georges-Elie Octors), Megadisc MDC7859
– Multiple Voice (Blindman Saxophone Quartet), Universal Music Belgium FA3678
– Pièces electroniques: scies, bonds, empreintes, Sub Rosa SR 193 CD

 

Links

Meer informatie op digicult.it
Vimeo

 

 

©MATRIX
Teksten van Cathérine Raes en Anna Vermeulen
Laatste aanpassingen: 2018