GISTELINCK Elias (1935-2005)

Elias Gistelinck werd geboren in 1935 te Beveren aan de Leie. Op zijn vijftiende volgde hij al les aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel, waar hij onder andere trompet, kamermuziek, harmonie en contrapunt studeerde. Later trok hij ook naar het Conservatorium van Parijs en in 1962 woonde hij de Ferienkurse te Darmstadt bij. Als trompettist speelde Gistelinck al op zijn zeventiende in het Nationaal Orkest van België. Hoewel hij in 1953 laureaat werd van de internationale muziekwedstrijd in München, verliet hij reeds na enkele jaren de klassieke muziek om als muzikant in een jazzorkest Europa rond te trekken. Later gaf hij zijn carrière als uitvoerend musicus volledig op om zich toe te leggen op het componeren.

Vanaf 1961 was Gistelinck verbonden aan de BRT – aanvankelijk werkte hij als losse medewerker, later werd hij eerste producer bij BRT 3. Daar zette hij zich vooral in voor de promotie van Belgische muziek in radio-uitzendingen. Zo nam hij in 1975 enkele belangrijke initiatieven: de BRT zou per jaar tien bestellingen bij Belgische componisten plaatsen; wekelijks zouden er ongeveer vijfentwintig werken van Belgische componisten uitgezonden worden, en dirigenten en vertolkers zouden voor opnamen of concerten voor BRT 3 steeds een Belgisch werk in hun programma moeten opnemen. Voor zijn engagement inzake de promotie van de Belgische muziek ontving hij de Fugaprijs.

Voor verschillende van zijn composities werd Elias Gistelinck bekroond zowel in binnen- als buitenland. In België ontving hij onder meer de Prijs van de Belgische Muziekpers en de Prijs van de Belgische Artistieke Promotie. In Frankrijk werd zijn gehele oeuvre bekroond met de Prix de la Fondation de France en in 1969 won hij de Italiaprijs met zijn Ndessé ou Blues.

Elias Gistelinck was vooral bekend als oprichter van Jazz Middelheim. Hij overleed op 25 maart 2005.

 

Werkbespreking

In zijn muziek streeft Gistelinck naar een vermenging van (hedendaagse) klassieke muziek en jazzmuziek. Dat de jazz centraal staat in het leven van Gistelinck bleek reeds uit het feit dat hij al op vrij jonge leeftijd als trompettist het klassieke orkest ruilde voor het jazzorkest; later richtte hij ook het jazzfestival Jazz Middelheim op. Gistelinck verzet zich tegen de toendertijd neerbuigende houding van de conservatoria tegenover genres als jazz en lichte muziek. Hij pleit er dan ook voor om – zoals in Amerika – klassieke muziek, jazzmuziek en popmuziek op een gelijkwaardig niveau te behandelen. In zijn composities vinden we die jazzreferenties vooral terug in de bezetting (zo bijvoorbeeld wanneer hij jazzmusici tegenover het klassieke orkest plaatst), in bepaalde akkoorden en akkoordprogressies, in de keuze van de titels (bijvoorbeeld Song for Miles voor trompet en piano (1996)) en in het quasi improvisatorische karakter van de melodieën (die echter wel volledig uitgeschreven zijn). Enkele werken waarin die jazzinvloeden het best naar voor komen zijn Per Che voor recitant, basklarinet en big band (1967), Ndessé ou Blues voor recitant, jazztrio, jazzorkest en symfonisch orkest (1969) en Three Movements voor jazzkwintet (-kwartet) en symfonisch orkest (1985).

Vaak ontstaat een compositie bij Gistelinck vanuit een reactie op een persoonlijke of maatschappelijke gebeurtenis. Zo componeerde hij onder meer Elegy for Jan (1976) voor symfonisch orkest, geschreven ter nagedachtenis van een gestorven leerling en Funeral music for Ptah IV (1974), een trio voor viool, cello en piano, naar aanleiding van de moord op de Chileense president Salavador Allende. Het feit dat Gistelinck bij het componeren van zijn muziek vaak een dergelijke directe aanleiding als vertrekpunt kiest, betekent echter niet dat zijn muziek programmatisch te noemen is.

Uit het hele oeuvre van Elias Gistelinck spreekt een zeer grote emotionaliteit. Componeren is voor hem het uiten van gecontroleerde, innerlijke emoties, die meestal zijn weemoedige natuur uitdrukken. Dit leidt tot een romantische schrijfwijze met een brede melodiebouw en een constructieve celontwikkeling. Wat de harmonie betreft, resulteert dit in een verwijde tonaliteit. Gistelincks muziek is meestal tonaal gedacht of in elk geval opgebouwd rond een tooncentrum. Vooral vanaf het midden van de jaren zeventig zien we in de composities van Gistelinck een duidelijke tendens naar tonale concepties zowel in de structuur als in de melodie en harmonie. Dit alles komt goed tot uiting in Lullaby for Nathalie voor viool en piano (1985), een werk met een bijna naïeve melodische lijn die begeleid wordt met eenvoudige akkoorden. Gistelinck zegt zelf dat hij steeds de behoefte heeft gehad om op een intuïtieve wijze te componeren, om zich uit te drukken in de melodie van zijn muziek. Hij kan zich dan ook niet terugvinden in het serialisme van wat hij noemt de “intellectualistische ingenieur-componisten” zoals onder meer Boulez en Pousseur. Zijn stijl is wars van elk intellectualisme in de muziek. Daarbij sluiten zijn ideeën over tonaliteit en atonaliteit zeer goed aan. Tonaliteit is voor Gistelinck inherent verbonden met de natuur van de klanken en de volgorde van de boventoonreeks. Hoe verder je deze boventoonreeks volgt, hoe chromatischer die wordt, en uiteindelijk mond je uit in de atonale muziek. Volgens Gistelinck bestaat er in de atonaliteit geen hiërarchie tussen de verschillende tonen en is er geen houvast meer in de muziek. Elias Gistelinck heeft in zijn composities een basis nodig, een referentiepunt van waaruit je de melodie kan opbouwen.

In 2003 schreef Elias Gistelinck maar liefst zestien preludes voor piano. De preludes 7 tot 17 zijn stuk voor stuk korte composities en zijn geschreven in een typisch idioom. De verschillende preludes hebben een uitgesproken eigen profiel, dat gekenmerkt wordt door de voortdurende terugkeer en verwerking van bepaalde ritmische en melodische motieven en het aanhouden van een bepaalde textuur. Deze kenmerken zijn het nadrukkelijkst aanwezig in de preludes 7 tot 11. De preludes 12 tot 17 zijn iets langer en over het algemeen sterker uitgewerkt. Qua schriftuur blijven deze preludes veelal traditioneel, met evenwichtige melodische bogen (vb. Prelude 9), begeleidingsfiguren bestaande uit akkoordbrekingen (vb. Prelude 8) en uitgesproken klassieke metra en ritmes (vb. Prelude 13).

 

Werklijst

Solowerken: Five portraits (1965); Breaks (1971); Shouts (1971); Cantus (1973); Short Elegy (1974); Five preludes for a little boy (1982); Suite in four mouvements (1983); Clowns (1990); Rita’s mood (1993); De Profundis (1999); Preludes 7 tot 22 voor piano (2003)

Orkestwerken: Ndessé ou Blues (1969); Composition for Terpsychore and Euterpe (1971); Elegy for Jan (1976); Three Movements (1985); Concerto for violin and orchestra (1986); Onyx (1991); First Symphony (1991); Second Symphony (1994); De Profundis (1995)

Kamermuziek: Trio (1962); Suite (1962); Per Che (1967); Small cantate for Jeanne Lee (1968); Koan (1971); Funeral Music for Ptah IV (1975); Lullaby for Nathalie (1984); Music for Thanksgiving (1987); Music for Andriane (1988); String Quartet II (1991); Song for Beatrice (1992); Lia’s Koan (1993); Three little compositions for Marc Sleen (1995); Music for Miles (1996); Three easy pieces (2000); Klarinetkwintet (2001)

 

Bibliografie

– Y. KNOCKAERT, art. Elias Gistelinck, in M. DELAERE, Y. KNOCKAERT en H. SABBE, Nieuwe Muziek in Vlaanderen, Brugge, 1998, p. 115
– C. MERTENS, art. Gistelinck, Elias, in The New Grove Dictionary of Music and Musicians, uitg. dr. S. SADIE, Londen, 1980
– H. SABBE, art. Gistelinck, Elias, in Algemene Muziekencyclopedie, uitg. dr. J. ROBIJNS en ZIJLSTRA, Haarlem, 1981
– J. VANDENBOSSCHE, Denkend aan Elias, in Muziek en Woord, jg. 31, nr. 370, juli 2005, p. 8
– K. VAN DEN BUYS, Huldeconcert Elias Gistelinck, in Programmabrochure Koninklijk Conservatorium Brussel, oktober 1995, p. 5-7

 

Discografie

– Five preludes for a little boy, Funeral Music for Ptah IV, Suite for solo violin, Cantus for solo oboe, Lullaby for Nathalie, Music for one dancer (J. Spanoghe, V. Spanoghe, A. De Groote, D. Decaluwé, J. De Maeyer), Compact Disc DDD nr. 87002
– Ndessé ou Blues, Shouts for clarinet solo (BRT Symfonisch Orkest, BRT Jazzorkest, F. Terby, P. Roland, W. Boeykens), Cultura 5072 N – 1
– Per Che (Radio Jazzorkest o.l.v. E. Gistelinck), Cultura 5069 – 4
– Shouts (W. Boeykens), CBS/33
– Song for Agnes (N. Davis), Edici 006101
– Lia’s Koan for clarinet, cello and piano (Trio Marc Vertessen), René Gailly CD87068
– Music for René for violin and piano (viool: Jenny Spanoghe, piano: Daniel Blumenthal), René Gailly CD87113
– The Millenium violin for violin and piano (viool: Jenny Spanoghe, piano: Jean-Claude Vanden Eynde), René Gailly CD87165
– Contemporary String Quartet (Gaggini String Quartets), Phaedra CDXII DDD JF-IC-02
– Cantus (Jan De Maeyer, hobo), KVCA 2002

 

Uitgever

CeBeDeM (werkzaam van 1951 tot 2015)

 

 

©MATRIX
Teksten van Els Vercammen, Eva Demeyer en Rebecca Diependaele
Laatste aanpassingen: 2006