VAN CLEEMPUT Werner (1930-2006)

Werner Van Cleemput werd op 14 juli 1930 in Sint-Niklaas geboren en overleed op 20 juli 2006 in Waasmunster. Hij studeerde aan de muziekacademie van zijn geboortestad (onder meer bij Albert Delvaux) en aan de Halewynstichting in Antwerpen volgde hij cursussen muziekpedagogie en jeugdmuziek. Bij verscheidene conservatoriumdocenten, waaronder Nini Bulterys, nam hij privélessen in muziektheoretische vakken en aan het Instituut voor Psycho-akoestica en Elektronische Muziek (IPEM) in Gent volgde hij een compositiecursus bij Karel Goeyvaerts.

Toch was Van Cleemput als componist hoofdzakelijk autodidact. Hij componeerde al sinds zijn zestiende, maar vernietigde een twintigtal jeugdwerken. Pas vanaf 1972, wanneer hij de prijs August De Boeck won voor een cantate voor kinderkoor en kamerorkest, trad hij als componist naar buiten. Vele prijzen volgden. In 1972 ontving hij de prijs van de provincie Luik voor Balletflitsen voor symfonische orkest. Twee prijzen voor beiaardcompositie volgden in 1973 en 1975 (respectievelijk de prijs van de stad Mechelen voor 3 Sonneries & 1 Bis en de prijs van Staf Nees voor Dithyrambe-Branle & Double). In 1976 won hij de SABAM-prijs op het ‘Concours international de Composition pour Quatuor à Cordes’ in Luik met de compostie Children’s Portraits en in 1979 ontving hij de Irène Fuerison prijs voor zijn Suite voor Pieter Bruegel. Verder kreeg Van Cleemput tweemaal de ‘Premier Prix de Composition de la Ville du Havre’ (in 1982 voor Arachné en in 1985 voor Danze) en tenslotte nog de prijs van Fedekam West-Vlaanderen voor Villanelle in 1984.

Werner Van Cleemput schreef vooral muziek voor hafabra en beiaard, maar componeerde ook instrumentale solowerken, kamermuziek en koorwerken. Hij schreef een aantal werken in opdracht van de BRT, waaronder D’ar penn ar bed, een Bretonse suite voor harmonieorkest uit 1975. Het werd gecreëerd door de Muziekkapel van de Belgische Rijkswacht. In 1978 schreef hij naar aanleiding van de Filip De Pillecijnherdenking in opdracht van de gemeente Hamme ook het werk Suite voor Filip voor blazerskwintet.

Van Cleemput was ambtenaar in hoofdberoep, maar daarnaast heeft hij ook een drukke loopbaan als musicus gekend. Naast zijn compositorische bedrijvigheid werkte hij regelmatig mee aan play-ins, samen met Henk Van Lijnschooten. Hij trad ook op als dirigent van blaasorkesten, doceerde technische vakken in dirigentencursussen voor hafa en publiceerde regelmatig artikelen in blaasmuziektijdschriften. Van Cleemput was lid van de nationale technische commissie van Fedekam Vlaanderen en van de provinciale technische commissie van Fedekam Oost-Vlaanderen, waarvoor hij dikwijls instond voor lezingen, studie-avonden, rondetafelgesprekken en technische adviezen. Verder was hij ook een gewaardeerd jurylid op nationale en internationale hafabratornooien.

 

Werkbespreking

Op esthetisch vlak bevindt Van Cleemput zich in de Franse sfeer, met Ravel, Caplet en Debussy als voorname invloeden. Naast de interesse in de filmmuziek van William Walton ging zijn grootste interesse uit naar het middeleeuwse volkslied en zijn modi, meer bepaald de phrygische modus. Volgens de componist kom je als het ware vanzelf in de modaliteit terecht wanneer het ‘naakte’ dominantseptiemakkoord geschuwd wordt. Zo is in Arachné (1982) de terts weggelaten bij de superpositie van akkoorden en er wordt een kwint boven de septiem toegevoegd waardoor je reine kwinten overhoudt die een modaal effect creëren. De twee thema’s in deze compositie zijn op de letters van Arachné en Athena gebouwd en vormen zo een diatonisch motief. Het werk is gebaseerd op de phrygische modus waar de tritonusverhouding fa-si in het Athena-motief zeer opmerkelijk is.

Het is opvallend hoe talrijke werken van Van Cleemput aansluiten bij een volkse muziektaal. Het volkslied als dusdanig is een inspiratiebron, maar de persoonlijke verwerking sluit toch meer aan bij de spirituele Franse stijlopvatting. In Petite Suite Provençale (1976) staat het volkslied centraal. Het werk is gebaseerd op volksliedjes uit de Provence. Ook Les Rencontres de Saint-Flour (1980) is gebaseerd op Franse volksliederen, meer bepaald uit de Auvergne.

Music Hall (1973) is de eerste in een lange rij composities voor harmonieorkest. Van Cleemput ontpopte zich tot een internationaal erkende specialist in het genre. Met zijn composities kwam hij tegemoet aan de vraag naar concertstukken voor amateuristische korpsen. Een voorbeeld hiervan is Flandria Nostra (1982). De esthetiek van dit werk is afgestemd op het Vlaamse volkslied, met onder andere een eenvoudige schriftuur. De compositie is technisch niet moeilijk, maar vereist van de uitvoerders toch een instrumentale paraatheid.

Voor een compositieopdracht van Fedekam Vlaanderen schreef Werner Van Cleemput Diatribe (1990) voor fanfare. Met dit werk wilde hij de fanfare als volwaardige klankbron en zelfs als volwaardig orkest profileren om zo te tonen dat ‘amateuristische’ fanfares ook als volwaardig orkest behandeld kunnen worden.

Naast zijn werken voor hafabra schreef Werner Van Cleemput ook geregeld voor beiaard. Drie Canzoni (1973) exploreert de melodische kwaliteiten van de beiaard. 3 Sonneries & 1 Bis(1973) onderzoekt de resonantie-effecten van het instrument, via de boven- en ondertoonreeks. Naast de prominente aanwezigheid van chromatische elementen is Van Cleemputs voorkeur voor modi ook opvallend in de beiaardwerken. In Dithyrambe, Branle en Double (1975) verwerkte hij bijvoorbeeld een phrygisch volkslied. Naar aanleiding van het Beiaard Wereldcongres in 1998 schreef Van Cleemput in opdracht van de Vlaamse Beiaardvereniging Orthodoxia (1998) voor beiaard en harmonieorkest.

Een belangrijk doel van Van Cleemput was om kwaliteitsvolle muziek voor amateurorkesten te schrijven. Dat maakt zijn composities niet steeds speelbaar voor een doorsnee amateurorkest. Alle partijen zijn belangrijk en vereisen daarom enerzijds een ernstig werkend orkest en anderzijds de bereidheid om een vernieuwend en afwijkend klankbeeld te aanvaarden.

 

Werklijst

Hafabra: Music Hall (1973); D’ar penn ar bed (1975); Petite Suite Provençale (1976); On the village green (1977); Caribbean Flush (1979); Les rencontres de Saint-Flour (1980); Arachné (1982); Caribbean Flush (1982); Flandria Nostra (1982); Summa cum laude (1983); The 28-82 Link (1983); Villanelle (1984); Danze (1985); Diatribe (1990); La folia (1991); The village on the hill (1995)

Kamermuziek: Concerto Piccolo (1956); Children’s portraits (1976); Suite voor Pieter Bruegel (1974); Suite voor Filip (1978); Vijf Pastoreelkens (1980); Vaudeville suite (1991); Four Brothers (s.d.); Vijf bagatellen (s.d.)

Piano: Impressies (1955-57); Concertino da canera (1978); Namk’Cotss (1989)

Beiaard: 3 Canzoni (1973); 3 Sonneries & 1 bis (1973); Dithyrambe, Branle en Double (1975); Het beiaardlied van Lier (1985); Orthodoxia (1998)

Orkest: Balletflitsen (1972)

Vocaal: Ode (1985); Boerecharleston (s.d.); Gedichtje van St.-Niklaas (s.d.)

 

Bibliografie

– F. VAN EGGHEN, Autodidact uit Sint-Niklaas werd volwaardig componist, Werner Van Cleemput: een leven voor de muziek, in Gazet Van Antwerpen, 8 febr. 1981
– G. D’HOLLANDER, “Componistenportret: Interview met Werner Van Cleemput,” in Vlaamse Beiaardvereniging 6/3, Edegem, december 2000, p. 2-5
– F. ROQUET, art. Van Cleemput, Werner F. P., in lexicon Vlaamse componisten geboren na 1800, Roeselare, 2007, p. 708
– art. Werner Van Cleemput, Lexicon van het Muziekleven in het Land van Waas dl. 1, Sint-Niklaas, 1987, p. 179-182
– art. Werner Van Cleemput, in Catalogus van Belgische Componisten, Brussel, 1998, p. 116-117
– H. DE BACKER en A. VAN RYCKEGHEM, “Werner Van Cleemput,” in René De Clercq-Woorden worden klanken, Deerlijk, 2003, p. 133-134
– F. VAN EGGHEN, “Werner Van Cleemput,” in Vlaanderen 30/180, Tielt, 1981, p. 43

 

Discografie

– The 28-82 Link, 10 JAAR BRASS BAND MIDDEN BRABANT, BRT-LP 857206, 1982
– WERNER VAN CLEEMPUT COMPOSER (The concert band Lemmensinstituut Leuven, K. Dewolf en F. Violet), Molenaar MBCD 31.1029.72, 1991
– Jubilee Concert March (Muziekkapel van de Belgische Zeemacht), SOFTLY BLUE, Traxon Music 88091-2, 1995
– Namk’Cotss (Pianoduo Kolacny), MUSICA A QUATTRO MANI, Eufoda 1244, 1996
– Royal Memorial (Koninklijke Harmonie van Peer, Brassband Union Buizingen), PARAGON, 88123-2, 1996
– Diatribe (Fanfare-orkest Brass-Aux-Saxes), HIGHLIGHTS WMC 2001 FANFARE, World Wind Music WWM 500.073, 2001

 

 

© MATRIX
Teksten van Ines Swartenbroek
Laatste aanpassingen: 2018 (door Anna Vermeulen)