VAN HERCK Bert (1971)

Bert Van Herck werd geboren in Wilrijk op 11 november 1971. Hij studeerde aan het Lemmensinstituut te Leuven en behaalde de laureaatsdiploma’s piano en muziekgeschiedenis, alsook de meestergraden kamermuziek en schriftuur/compositie (bij Luc Van Hove). Hij verdiepte zich verder in de compositie aan de hand van privélessen bij Luc Brewaeys en ontmoette verscheidene componisten tijdens masterclasses en zomercursussen (o.a. J. Harvey, W. Rihm, G. Grisey, H. Lachenmann, M. André en M. Stroppa). Zijn werken werden gespeeld in België, Frankrijk, Nederland, het Verenigd Koninkrijk, Oostenrijk, Hongarije door onder meer Ensemble Intercontemporain, Spectra en Champ d’ Action. Door zijn interesse in hedendaagse muziektheorie nam hij deel aan de “Orpheus Academy 2003” en gaf hij lezingen op de “Hull University Music Analysis Conference” en de “International Spectral Music Conference” te Istanboel. Zijn functie als leraar piano, harmonie, praktische harmonie, kamermuziek en muziekgeschiedenis aan het Mechelse conservatorium heeft hij sinds september 2005 onderbroken om zich verder te bekwamen aan de Harvard University in Cambridge (Massachusetts) bij Chaya Chernowin en Magnus Lindberg.

 

Werkbespreking

Bert Van Herck is een componist die de hedendaagse muziektheoretische ontwikkelingen op de voet volgt. Zijn werken zijn dan ook vanuit dit wetenschappelijk standpunt sterk onderbouwd, zonder echter de expressieve en esthetische kracht ervan te hinderen. Zijn interesse voor de spectrale eigenschappen van de klank vinden we terug in de lezing die hij gaf tijdens de International Spectral Music Conference te Istanboel (Spectralism: from historical embedment to new perspectives), maar ook in zijn composities past hij dit onderzoek naar muzikale fenomenen als natuurlijke boventonen en reine stemming toe. In Oxymoron treffen we een intens gebruik van kwarttoonconstellaties aan. Dit werk is daarnaast tevens representatief voor Van Hercks complexe temporele indeling met geraffineerde temporelaties en samengestelde maatsoorten die ook wat betreft interne ritmische invulling elk strikt metrisch patroon doorbreken. Binnen de ritmisch dense schrijfwijze treffen we naast de overwegend polyritmische passages (in maat 6 van Oxymoron treffen we bijvoorbeeld een opeenstapeling van een triool van achtsten, 4 zestienden, een kwintool en een sixtool van zestienden aan) eveneens homoritmische structuren aan. Wat de grote vormopbouw betreft, licht de titel reeds een tipje van de sluier (een oxymoron is een stijlfiguur die twee tegenovergestelde begrippen verbindt). Het is echter vooral de inspirerende aanduiding aan het einde (“guirlandes contemplatives”) die ons, zoals ook Debussy dat deed in zijn Préludes voor piano, een aanzet wil geven naar interpretatie. De luchtige, frivole figuren aan het begin van de compositie worden immers bruusk onderbroken door een diepe cluster, waarna de sfeer wordt omgebogen naar een quasi-lamento waarbij diezelfde melodieën in hun nieuwe context eerder tot nadenken stemmen. Zowel op dynamisch als op instrumentatietechnisch vlak is elk detail tot in de puntjes gedefinieerd. Zo verwijst hij voor de vingerzettingen van de multiphonics in de klarinet- en fluitpartij van Oxymoron naar gespecialiseerde naslagwerken. De strijkerstechnieken zijn eveneens sterk gedifferentieerd. Ook in Ricercare voor orgel werd de registratie vastgelegd, hoewel hij in een voetnoot vermeldt dat wijzigingen mogelijk zijn naargelang de specifieke mogelijkheden van het desbetreffende instrument. Deze Ricercare is gebaseerd op een cantus firmus in de baspartij waarvan de reeksafwikkelingen elkaar soms overlappen. Toch spreekt van Herck eerder van een cantus firmus dan van een reeks, aangezien er soms noten als versiering worden tussengevoegd. De textuur speelt ook in dit werk een belangrijke rol.

Na enkele vroege werken met tape (Reflets, 1998) en live electronics (Schaduwcanon, 1999) koos hij in 2005 opnieuw voor elektronische toepassingen in zijn Cantilena voor fluit en electronics.

 

Werklijst

Instrumentale solowerken: Ikurna voor piano (1997); Ebes (1998); Fragment (1998); Adaese voor carillon (2002); Ricercare voor orgel (2003); Curves Incantatoires I voor fluit (2004); Curves Incantatoires II voor fagot (2005); Cantilena voor fluit en elektronica (2005); Curves Incantatoires III voor altblokfluit (2006); Curves Incantatoires IV voor cello (2006); Cornements voor hoorn (2007); Méandres voor piano (2007); Articulations Colorées voor fluit (2008); Just a note voor piano (2009); Inflections voor altviool (2009); Inner Friction voor fluit en electronics (2009); Formes Fluides voor microtonaal orgel (2010)

Instrumentale kamermuziek: Basalt (2000); Amber (2001); Oxymoron (2003); Mica (2004)

Vocaal-(instrumentale) kamermuziek: Trois chants voor mezzo-sopraan en ensemble (2000); Proverbi voor vierstemmig vrouwenkoor (2002); Barricade voor mezzo-sopraan, hobo en piano (2004); 7 Chansons sur textes de Maurice Maeterlink voor koor (2006); Tenson voor 16 stemmen (2006); Acquainted with the Night voor stem, bassethoorn en piano (2010); Psalm voor 6 vocalisten en electronics (2010)

Elektronische muziek: Reflets voor fluit, fagot, viool, alt en tape (1998); Schaduwcanon voor fluit, cello, piano en live electronics (1999); Cantilena voor fluit en electronics (2005); …a mumbling moment… voor basklarinet, cello en electronics (2006); À Tâtons voor tape (2005); Improludium voor sax, cello en electronics (2008); Inner Friction voor fluit en electronics (2009); Psalm voor 6 vocalisten en electronics (2010)

Microtonale muziek: Trois Chants voor mezzo-sopraan en ensemble (2000); Amber voor fluit, viool, altviool en cello (2001); Oxymoron voor ensemble (2003); Mica voor ensemble (2004); Si rinnova voor ensemble (2007); Spectra voor ensemble (2007); A Sample voor ensemble (2007); Spanish bleu voor klarinet, viool, cello en piano (2007); Liluvi voor ensemble (2009); Songes voor ensemble (2009); You voor ensemble (2010); Formes Fluides voor microtonaal orgel (2010)

Kamermuziek: …als de zilv’ren aster bloeit voor viool en piano (1996); Inventie voor klarinet en piano (1997); Fragment voor klarinet, viool en piano (1998); Ebes voor ensemble (1998); Reflets voor fluit, fagot, viool, altviool en tape (1998); Schaduwcanon voor fluit, cello, piano en live electronics (1999); Basalt voor alt/basfluit en basklarinet (2000); Trois Chants voor mezzosopraan en ensemble (2000); Graniet voor piano 6-handig (2001); Amber voor fluit, viool, altviool en cello (2001); Oxymoron voor ensemble (2003); Barricade voor mezzo-sopraan, hobo en piano (2004); Mica voor ensemble (2004); Adaese voor percussiekwartet (2006); …a mumbling moment… voor basklarinet, cello en electronics (2006); Spanish bleu voor klarinet, viool, cello en piano (2007); Si rinnova voor ensemble (2007); Spectra voor ensemble (2007); Improludium voor sax, cello en electronics (2008); Liluvi voor ensemble (2009); Songes voor ensemble (2009); Reconnected voor altfluit en klarinet (2009); You voor ensemble (2010); Acquainted with the Night voor stem, bassethoorn en piano (2010)

Orkestmuziek: Vort voor symfonisch orkest (2005); Nessuno Sentiva voor symfonisch orkest (2006); Lo voor groot ensemble (2007); Interventions voor orkest (2010)

 

Bibliografie

– Oxalys, het symbolisme en de erfenis vandaag, in Oorgetuige, 2009.
– Douze Chansons: poëzie van Maurice Maeterlinck op muziek gezet door 12 Vlaamse en internationale componisten, in Oorgetuige, 2012.

 

Discografie

– Cantabile (Stéphane Vande Ginste, Tom De Haes, Ludo Claesen, Bert Van Herck, Peter Thys, Geert D’hollander, Bernard Baert, Stefaan De Lange, Paul Steegmans, Alain Craens, Piet Swerts, Hans Aerts, Wim Henderickx, Jan De Maeyer, Ludo Hulshagen en Jean-Paul Byloo), 2008
– Fingerprints – Signaturen van componerend Vlaanderen, 2010

 

Uitgevers

Editions Chantraines (Doornik)
Digital Music Print (Antwerpen)
Lantro (Grimbergen)

 

 

©MATRIX
Teksten van Tom De Haes
Laatste aanpassingen: 2006