VERLAAK Maya (1990)

Maya Verlaak (Gent, 1990) is componist, performer, curator, gastspreker, onderzoeker en docent. Sinds September 2018 is zij docent compositie aan het Conservatorium van Amsterdam. Zij studeerde aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag bij Gilius Van Bergeijk, Diderik Haakma Wagenaar, Peter Adriaansz en Martijn Padding. In 2019 behaalde zij aan de Birmingham City University een doctoraat in de wijsbegeerte met haar dissertatie “Hexenhaus – a scrutinising compositional position”.  Naast haar creaties op eigen initiatief, schreef zij ook werk in opdracht van Transit Festival (BE), Ensemble Klang (NL), London Sinfonietta (UK), ACM ensemble (UK), ensemble x.y (UK), Another Timbre (UK), 840 series (UK), Music We’d Like to Hear (UK), Royal Birmingham Conservatoire Symphony Orchestra. Ook componeerde zij voor festivals zoals Dag in de Branding in Den Haag, Red Sofa Series in De Doelen (Rotterdam), Huddersfield Contemporary Music Festival en London Contemporary Music Festival.

In 2016 vroeg het Ulysses Network haar om werken te schrijven voor het International Ensemble Modern Academy (DE) en Divertimento Ensemble (IT). Maya wordt ook regelmatig gevraagd voor kleinere bezettingen en solowerk, bijvoorbeeld in samenwerking met de fluitiste Karin De Fleyt (BE).

Verder is zij curator van Post-Paradise in Birmingham (UK), een concertprogramma voor jonge componisten. Sinds September 2017 wordt het financieel ondersteund door de Arts Council England. In die zin heeft zij ook andere projecten georganiseerd om het werk van jonge, hedendaagse componisten een plaats te geven en toegankelijk te maken voor het publiek. Maya is ook actief als podiumkunstenaar en organisator. Ze neemt regelmatig deel aan uitvoeringen van haar eigen werk en was medeoprichter en lid van het Acid Police Noise Ensemble, een kunstenaarscollectief dat zich profileerde met performance art. 

 

Werkbespreking

Tijdens haar doctoraatsopleiding onderzocht Verlaak hoe zij in relatie tot een compositieopdracht een gegeven context (zoals plaats, muzikant, instrument, etiquette, conventies, geschiedenis) kan analyseren en gebruiken als creërend en structurerend materiaal voor een nieuw werk. Daarbij is afstand nemen een belangrijke attitude om plaats te kunnen maken voor reflectie, kritische analyse en relativerende humor. De resultaten van zo’n werkmethode kunnen enorm variëren; van conventioneel geschreven orkeststukken, composities voor kleinere bezettingen waarbij inzicht in de compositie en communicatie tussen de muzikanten centraal staat, performances waarbij het publiek centraal staat en gevraagd wordt om zelf te reflecteren tot zelfgebouwde instrumenten en installaties met computer geprogrammeerde of analoge elektronica. Het drie jaar durende project heeft verschillende composities opgeleverd en is met bijhorende thesis in september 2018 ingediend.

Verlaaks compositiepraktijk brengt haar als componist vaak naar de marge, waardoor een kritische afstand ontstaat. Typerend is haar zelfgekozen positionering als buitenstaander. Die afstand stelt haar ​​in staat speels te zijn. Ze vraagt om de verwondering van de uitvoerders en het publiek, een verwondering in de vorm van kinderlijke onschuld, een drang naar aandacht, mysterie, verbeelding, verrassing, ontdekking en onderzoek. Niets lijkt onmogelijk, alles is toegestaan. Die onbevangenheid, in combinatie met interactie, leidt tot voortdurende verrassingen en rolwisselingen zodat geen enkele uitvoering hetzelfde is. Haar partituren zijn eerder bedoeld als suggesties dan als onwrikbare instructies.

Een voorbeeld is Hexenhaus (2016) waarin het publiek wordt uitgedaagd zich toegang te verschaffen tot Verlaaks “huiskamer” – haar Hexenhaus. Die toegang kan op muzikale wijze verkregen worden, en wel via een deurbel. Indien een deelnemer uit het publiek er na enkele pogingen in slaagt een interval van een grote terts te produceren, is hij welkom in de kamer. Daar wordt hij of zij ontvangen door 4 musici die zijn eerdere pogingen op een melodica naspelen. De componist is eveneens aanwezig en overhandigt de gelukkige een flesje bier. De partituur heeft veel weg van een handleiding. Het begint met een materiaallijst: een deurbel, een drumstok, een laptop om de geproduceerde intervallen te berekenen, kabels en luidsprekers, papier, stickers en vier kratten bier. Het geluidsspectrum en de mogelijke intervallen (63) van de deurbel werden al op voorhand vastgelegd. Al met al heeft Verlaak hiermee een muzikaal spel gecreëerd dat zich grotendeels door het toeval ontwikkelt. Het gaat de componist er niet om een puur abstracte geluidservaring te creëren. Haar focus is een alternatieve uitvoeringspraktijk om zo communicatie met de artiesten en het publiek mogelijk te maken. Het resultaat van deze aanpak is wisselend en is bevredigender naarmate de zoektocht naar de vereiste grote terts langer duurt. De originele combinatie van 4 melodica’s brengt in zijn helderheid en eenvoud een kleurrijke en frivole luisterervaring tot stand.

Het spelelement overheerst eveneens in Song & Dance (2017), geschreven voor piano, vier strijkers, twee percussionisten (schuurpapier) en twee blazers (klarinet en fluit). In deze creatie krijgen de negen musici beschikking over de analyse (“justification”) van het muziekstuk en een aantal spelregels. Een conventionele partituur blijft achterwege. Een spelregel is dat de blazers en strijkers in een cirkel met een welbepaalde configuratie plaatsnemen, geflankeerd door de percussionisten. Een andere spelregel is dat de percussionisten ieder een fluittoon (bijvoorbeeld een La) laten horen dat in overeenstemming met de piano (wanneer deze een La speelt) wordt voortgebracht. Ook is de dynamiek, variërend van pianissimo tot forte, aangegeven. Een gedetailleerd schema schrijft voor dat elke musicus op een verschillende noot begint en vervolgens kiest welke van de mogelijke intervallen hij speelt. Ook zijn opties voor de toonduur aangegeven. Verder dienen de solopartijen te roteren. De muziek start nadat elke musicus tegelijk een verschillende noot heeft gespeeld en die laat volgen door een noot op een bewust gekozen interval. Deze noot wordt aangehouden totdat een collega die noot overneemt, waarna de eerste naar het volgende interval gaat. Er zijn drie delen met een vaste tijdsduur en daartussen pauzes van exact 10 seconden. Het geheel wordt afgesloten met een coda voor solopiano. Het resultaat van dit spel is een uitgekiend weefsel van tonen die overgenomen en afgestoten worden, waarbij de twee percussionisten een stuwende en structurerende rol spelen. De luisteraar wordt meegenomen in een labyrint van geluiden, aanzetten, aarzelingen, fragmenten en verrassingen. De muzikale taal is die van vraag en wedervraag. Een antwoord blijft bewust achterwege. Ook hier gaat het bij Verlaak om het spel zelf, de uitkomst staat op de tweede plaats.

 

Werklijst

Divers materiaal en gereedschappen: Hexenhaus (2016), in opdracht van Dag in de Branding, NL

Solo + electronica: Exiter (2012), A Hard Day’s Night (2016), Klangfarben Tanz (2016-2018)

Ensemble: All Verlaak’s Music is Alouette (2014), Carrier (2016), Dance (2016), Song & Dance (2017),

Percussie kwartet: Ping Pong’ or Louis and Cornelis (2012)

Elektronica:  Drink a beer (2010), in opdracht van Acid Police Noise Ensemble, NL

Een volledige werklijst is hier te raadplegen.

 

Bibliografie

– M. VERLAAK, Hexenhaus – a scrutinising compositional position, 2019, dissertatie voor de Faculty of Arts, Design and Media, Birmingham City University
– L. REDHEAD & R. GLOVER, Collaborative and distributed processes in contemporary music-making, Cambridge Scholars Publishing, 2018

 

Discografie

All Verlaak’s Music is Alouette, op: Next Wave, Various Artists, NMC Digital, 2015

 

Links

Maya Verlaak op Twitter
Maya Verlaak op YouTube

 

© MATRIX
Teksten van Wynold Verweij
Laatste aanpassingen: 2019