VERMEERSCH Peter (1959)

Peter Vermeersch’ (°1959) loopbaan loopt niet meteen over de paden van de klassieke muziek. Hij genoot een opleiding als architect maar koos tenslotte voor een carrière als muzikant-componist. Tijdens en na zijn studies speelde hij al klarinet en saxofoon in de groep Union, die performances deed en muziek speelde. Begin de jaren ’80 kwam Union in contact met de theatergroep Radeis en leverde voor Echafaudages de muzikale ondersteuning. Josse De Pauw (uit Radeis) bracht Vermeersch in contact met de cineast Thierry De Mey. Deze, zelf een beginnend componist, vormde voor Vermeersch de stimulans om muziek te schrijven.

Een cruciaal punt in de ontwikkeling van Vermeersch is Rosas danst Rosas uit 1983 voor de Koninklijke Muntschouwburg te Brussel. Deze dansvoorstelling van Anne Teresa De Keersmaeker bleek een forum voor verschillende muzikant-componisten, zoals Walter Hus (°1959), Thierry De Mey (°1956) en Eric Sleichim (°1958). Samen vormden zij in 1984 de groep Maximalist!. De groep probeerde aan te sluiten bij de populaire muziek door middel van kledij (liefst zwart, typisch voor een subcultuur uit die jaren) en gestiek bij de opvoering. De muziek die ze speelden, laat zich noch onder een klassieke, noch onder een popnoemer plaatsen.

In 1989 werd Maximalist! ontbonden en stichtte Vermeersch X-Legged Sally. Een eerste cd-opname werd gerealiseerd onder Bill Lasswel in New York op het avant-garde-label The Knitting Factory. Later volgden verschillende andere cd-opnames, waarvan een gedeelte onlosmakelijk verbonden met de balletproducties van Wim Vandekeybus (Killed by Charity, SlowupFiredBereft of a Blissful Union…). Deze muziek hoort hoofdzakelijk thuis bij de popmuziek. Zij varieert van rock via funk en jazz over metal tot regelrechte hoempa-muziek. Oorspronkelijk waren de nummers zuiver instrumentaal, later (vanaf The Land of the Giant Dwarfs) werd daar zang aan toegevoegd. Vermeersch levert ook muziek voor theaterproducties (met Walpurgis, Kaaitheater, De Roovers, Dito’Dito). Deze muziek sluit dan weer aan bij de hedendaagse klassieke muziek.

Na het einde van X-Legged Sally in 1997 startte Vermeersch twee nieuwe groepen op. A Group is een kleine groep met als doel goede rocknummers te brengen met suggestieve teksten. Deze groep bleef bestaan tot 1999. Daarnaast is er het grotere Flat Earth Society (opgericht in 1999), een veertienkoppige big band die zowel muziek uit de jaren ’30,  theatermuziek, eigen composities, bewerkingen van XLS-stukken, filmconcerten en samenwerkingen met internationale jazz-muzikanten brengt.

Als componist voelt Vermeersch zich zowel op klassieke, avant-garde en jazz podia thuis. Hij schreef muziek voor het Arditti Quartet, Spectra Ensemble, Spiegel Quartet en Smith Quartet, maar deelde ook het podium met Jazzwork from Berlin, avant-garde gitarist Fred Frith en punkgroep The Simpletones. In 2003 werd Vermeersch door Gerard Mortier gevraagd om een werk te schrijven in het kader van de Ruhr Triënnale. Deze opera, Heliogabal, werd uitgevoerd door Flat Earth Society en wordt sindsdien regelmatig gespeeld. Twee jaar later trad Vermeersch op als curator van het tweejaarlijkse Time Festival, een zomerfestival voor elektronische muziek, hip hop en indie rock in Toronto en in 2014 componeerde hij Zwerk in opdracht van Ars Musica, voor het Orchestre Philharmonique Royal de Liège.

Tenslotte dient ook vermeld te worden dat Peter Vermeersch samen met Pierre Vervloesem intussen zijn sporen verdiend heeft als muziekproducer, ondermeer van dEUS, Mad dog loose, Nancy, Think of one en L Santo. In 2001 trad Vermeersch naar voor als componist van filmmuziek met de soundtrack van de Nederlandse kinderfilm Minoes (Vincent Bal) en in 2009 componeerde hij de soundtrack voor My Queen Karo van Dorothée Van den Berghe. Peter Vermeersch was van 2004 tot 2006 de eerste stadscomponist van Gent.

 

Werkbespreking

Het werk van Vermeersch sluit nauw aan bij de populaire genres en ligt in de lijn van de “New Simplicity” (met b.v. Michael Nyman), een stijl die in Vlaanderen de term “Nieuwe Eenvoud” kreeg toebedeeld (zie Nieuwe Muziek in Vlaanderen, 1998). Onder deze noemer valt de muziek die op een vrijere manier omspringt met de aanvankelijk zeer rigoureuze repititieve en minimale muziek uit de Verenigde Staten. De groep Maximalist! past volledig in dit kader. Qua klankproductie kiest Maximalist! resoluut voor geluidsversterking. Daarbij vertrekken de musici vanuit zeer gelimiteerd klankmateriaal (b.v. enkele motieven, akkoorden, loopjes, …), dat zij dan verder manipuleren (substitutie van tonen, palindroom, hoketusritmes, permutaties). Het klinkend resultaat doet wat denken aan John Adams of Steve Reich.

De stijl van X-Legged Sally staat hier ver van af. De muziek groeit uit een basisconcept door de interactie tussen de musici onderling en tussen de muzikanten en de dansers. De partituren bevatten meestal enkel dit basisconcept en zijn daardoor niet 100% representatief. In Down at the dinghy (op het album Slowup van 1991) bevat de bas een eenvoudig ostinato van twee maten waarboven drie stemmen contrapuntisch bewegen. Deze stemmen zijn vrij eenvoudig en niet op een tonaal centrum betrokken. Een patroon van in totaal 14 maten wordt herhaald met wisselende bezetting waarna een korte coda volgt. In de praktijk worden de herhalingen gevarieerd in functie van de choreografie, en het nummer verschilt van opvoering tot opvoering. Het werk is gegroeid en verrijkt tijdens de speelperiode van het ballet.

Memphis (ook op Slowup) is gebaseerd op de vermenging van de toonladders do klein harmonisch en melodisch. Een korte introductie in de bas levert het klankmateriaal en de gesyncopeerde ritmiek. De vier andere stemmen vallen daarna in met een homofone melodie, die bij de volgende herhaling iets uitgebreider wordt in het klavier. Geleidelijk verschijnen kleine variaties in deze vijf partijen en groeit tussen de herhalingen een kleiner onafhankelijk stukje, gekarakteriseerd door een niet gesyncopeerd ritme (triolen en zestienden) dat dan verder uitgroeit tot de afsluiting van het stuk. Ook hier is er dus veel gevarieerde herhaling. Het aangewende instrumentarium bestaat uit de klassieke (blaas)instrumenten met keyboard, dit alles met geluidsversterking.

Het Wegenerkwartet (voor klarinet, viool, altviool en cello) uit Immer das Selbe gelogen bestaat uit 12 blokken, die akoestisch duidelijk van elkaar te onderscheiden zijn. Elk blok wordt gekenmerkt door een eigen tempo, speelwijze, motief, karakter… Het geheel is minder repititief dan Memphis of Down at the dinghy doordat de motiefjes veel sneller veranderden (verlengingen en verkortingen). Anderzijds is het basismateriaal veel beperkter. Zo vertrekt het tweede blok vanuit vier noten (do-sol-la mol-re mol) en ligt het zwaartepunt op de reine kwint (do-sol). Enkele extra noten verschijnen eventjes (sol mol-mi mol-mi), naast kwintverdubbelingen (do+sol, sol+re). De twee andere strijkers zetten telkens een tel later in en voeren exacte kopieën uit (met slechts afwijking hiervan ter hoogte van het slot).

In de werken van A Group wordt gewerkt met samples die het klarinetspel van Vermeersch vervangen. De muziek getuigt van een ver doorgedreven eclecticisme. Zo is Woggy-Doggy uit het album Volume 1 (1998) een liedje waarin Zappa doorklinkt temidden van The Beatles, Talking Heads, Led Zeppelin, Tuxedomoon en middeleeuwse volksmuziek. Zappa vormt ook op andere momenten een inspiratiebron, en het is niet zo merkwaardig Vermeersch in 1995 terug te vinden op een Zappa-huldeconcert te Antwerpen.

Ook de werken voor muziektheater, zoals Hagel (uit Charms) en Marche des Lames (uit LARF), vertonen hetzelfde basiskenmerk: beperkt materiaal (een motief, een ritme) met direct gevarieerde herhalingen (noten toevoegen en weglaten, uitbreiden van het ritmisch motief). Dit in tegenstelling tot de beginperiode waar de herhaalde blokken groter waren en onderling minder verschillend. Ook het instrumentarium is uitgebreider dan in de beginperiode, zodat het (onconventionele) orkest in diverse subgroepen kan worden opgedeeld en verschillende klankvelden ontstaan. Wel in lijn met vroegere werken is de vrijheid die de muzikanten genieten; dit uit zich in improvisatiesecties en in de mogelijkheid om het basisconcept te wijzigen naarmate een grotere vertrouwdheid bereikt wordt met het materiaal.

In Zwerk (2014) voor symfonisch orkest is die vrijheid er evenwel niet. Omwille van de bezetting is het werk volledig uitgecomponeerd. In de instrumentatie valt het gebruik van ocarinas op, ook Ligeti schreef voor deze fluitjes van klei. Vermeersch behandelt het orkest, zoals in bovengenoemde werken, in blokken. Geregeld ontstaan subgroepen – en soms zelfs duo’s en trio’s – in het orkest. De orkestratie toont Vermeersch’ affiniteit met de big band (cf. Flat Earth Society). De belangrijkste rol is weggelegd voor de uitgebreide percussiesectie en de blazers. De strijkers (met uitzondering van de contrabassen) hebben voornamelijk een harmonisch-ondersteunde rol met liggende noten en ostinaatmotiefjes.

 

Werklijst

X-Legged Sally (albums): LIVE AT THE KNITTING FACTORY, vol. 4 (1990); SLOWUP (1991); IMMER DAS SELBE GELOGEN (1991); KILLED BY CHARITY (1993); EGGS AND ASHES (1994); HER BODY DOES NOT FIT HER SOUL (1993); MOUNTAINS MADE OF BARKING (1994); THE LAND OF THE GIANT DWARFS (1995); BEREFT OF A BLISSFUL UNION (1996); FIRED (1997); MEDDLEY PROOF (1999);  FEEL FREE TO VOMIT (1999)

A Group (albums): DUMB LAMB (1998); VOLUME 1 (1998); PORQUE TU VAS – MA PETITE (1999); VOLUME 3 (2000)

Flat Earth Society (albums): LIVE AT THE BEURSSCHOUWBURG 1999 (2000); BONK (2000); TRAP (2002); THE ARMSTRONG MUTATIONS (2003); PSYCHOSCOUT (2006); CHEER ME, PERVERTS! (2009); ANSWER SONGS (2009); 13 (2013); TERMS OF EMBARRASSMENT (2016)

Andere: Rosas danst Rosas (1983); 10 stukken voor klein orkest (1987); What the body does not remember (1989); Le poids de la main (1990); Ward Comblez, he do the life in three voices (1990); De oplosbare vis (1994); 3 of 2 portretten van een drenkeling (1994); Mountains Made of Barking (1994); The Purple Cucumber (1995); 3 of 2 portretten van een drenkeling (versie voor instrumentaal ensemble) (1996); Charms (1997); Het begin van een zeer fraaie zomerdag (1997); Slow surfer on a turd stream (1997); WEG (1998); Brasschaat 1932 (1998); Bellos (1998); Trage Kogels (1999); Larf (2000); Leonce & Lena (2001); Minoes (2001); Bxl-Miniut; De bestendigheid van pret en vuil; De leugenaar; Een afschuwelijke dood; Een dag; Echafaudages (telkens vóór 1983); Geschiedenis van een vechtpartij; Mask; Music-Hall; Ontmoeting; Psychoscout; Rain brings back the dust; Usurpation; Voor Repelsteeltje; We beginnen vanaf maat 158; X pieces for small orchestra; Yesbody V; Heliogabal (opera) (2003); nieuwe soundtrack voor Die Austernprinzessin (Ernst Lubitsch, 1919) (2005); Boot & Berg (muziektheater) (2014); Zwerk (2014); s.s. Belgenland (film en muziek) (2017)

Een uitgebreidere werkenlijst vindt u hier.

 

Bibliografie

– J. CHRISTIAENS, Vermeersch peter: Charms (1997), in M. DELAERE en V. VERSPEURT, Contemporary Music in Flanders: Flemish Music Theatre in Flanders since 1950, Leuven, 2008, p. 55-56
– L. DELEU, art. Dansmuziek van Vermeersch moet werken in Het Nieuwsblad, maart 1996
– J. DEMOL, art. Vermeersch, Peter, in A. DEFOORT, Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen deel 4, Brugge, 2003, p. 132-135
– A. HEBBELINCK, Dansen op de tonen van Maximalist! in Muziek en Woord, 25 januari 1999, p. 13
– Y. KNOCKAERT, art. Peter Vermeersch, in M. DELAERE, Y. KNOCKAERT en H. SABBE, Nieuwe muziek in Vlaanderen, Brugge, 1998, p. 106-107
– Y. KNOCKAERT, Als een vis in het water. De muziek van Peter Vermeersch in Ons Erfdeel, 1998, 41, p. 731-736
– E. RUTTEN, De oplosbare vis, in Muziek en Woord, 20 februari 1994, p. 47

 

Discografie

– ROSAS DANST ROSAS
– SCHAAMTE
– MAXIMALIST!
– IGLOO
– WHAT THE BODY DOES NOT REMEMBER, Sub Rosa CD 008-26
– LIVE AT THE KNITTING FACTORY VOL. 4
– SLOWUP, Sub Rosa CD 024-46
– IMMER DAS SELBE GELOGEN, Sub Rosa CD 023-45
– KILLED BY CHARITY, Sub Rosa
– EGGS AND ASHES, Sub Rosa
– DE OPLOSBARE VIS, wpr 006
– THE LAND OF THE GIANT DWARFS, Bang! Records
– BEREFT OF A BLISSFUL UNION, Megadisc MDC 7843
– FIRED, Bang! Records 20533
– CHARMS (via http://www.getmusic.com/artists/amg/Album/734/A386734.html)
– DUMB LAMB, SLOW UP, King Records LEC 006 (mini-CD)
– VOLUME 1, VIAkra VIA 6915012
– WEG, VIAkra VIA 6920012
– PORQUE TE VAS – MA PETITE, VIAkra
– MEDDLEY PROOF (enkel MP3 via http://www.atrecordings.com/xleggedsally/index.html)
– FEEL FREE TO VOMIT (enkel MP3 via http://www.atrecordings.com/xleggedsally/index.html), 1999
– VOLUME 3, VIAkra VIA 6920022
– LIVE AT THE BEURSSCHOUWBURG 1999, VIAkra VIA 6920065
– BONK, Zonk! Records 01
– MINOES (Zonk! Records/Lowlands)
– TRAP ZONK!006
– THE ARMSTRONG MUTATIONS, ZONK!008
– HELIOGABAL, Klara 2003
– Heliogabal, HAPPY NEW EARS 2005, Gonzo Circus GC066
– ISMS, Bomba Records BOM 24012
– PSYCHOSCOUT, Bomba Records BOM 24066
– CHEER ME, PERVERTS!, Crammed Discs CRAM 138
– ANSWER SONGS, ZONK!013
– 13, IGLOO Records, IGL239
– COMPILATION CD X-LEGGED SALLY (1988-1997), IGLOO Records, IGL255
– BOOT & BERG, IGLOO Records IGL254
– CALL SHEETS, RIDERS & CHICKEN MUSHROOM, IGLOO Records IGL256
– F E S XL S, IGLOO Records IGL257
– TERMS OF EMBARRASSMENT, IGLOO Records IGL272
– BOGGAMASTA, IGLOO Records IGL288

 

Links

Flat Earth Society
Partituren van Flat Earth Society
Albums op Sub Rosa
Albums op Knitting Factory Records

 

© MATRIX
Teksten van Nele Gabriëls, Tom Wylin, Rebecca Diependaele en Anna Vermeulen
Laatste aanpassingen: 2018