BRACKX Joachim (1975)

Joachim Brackx werd geboren in Oostende in 1975. Hij studeerde compositie aan het Koninklijk Muziekconservatorium te Gent in de klas van Godfried-Willem Raes. Hij concentreerde zich op experimentele muziek met gebruikmaking van electronics en computers. Tijdens zijn studies werkte hij mee aan een project met Hervé Thys rond nieuwe muziekpedagogie gebaseerd op vrije improvisatie. Als componist ontving hij reeds talrijke compositie-opdrachten van verschillende ensembles en instituten, zoals de v.z.w. de Verenigde Cultuurfabrieken, het Goeyvaerts Consort, Champ d’Action, Spectra Ensemble en het blokfluitkwartet Carré.

Naast compositie is koorzang zijn belangrijkste activiteit. Hij is actief in verschillende internationaal vermaarde professionele koren zoals de Capella Currende (E. Van Nevel) en het Collegium Vocale (P. Herreweghe). Hij is ook stichtend lid van het Goeyvaerts Consort, een jong vocaal ensemble dat zich specialiseert in hedendaagse vocale muziek in al haar vormen.

Vanaf 1998, het jaar van zijn promotie als Meester in de Compositie, gaf hij compositie aan de Hogeschool Gent, Departement Muziek en Drama. Hij introduceerde er de studenten in elektronische en elektro-akoestische compositie. Hij vervulde deze functie tot 2003. Als specialist in live-electronics werkt hij samen met verschillende ensembles voor hedendaagse muziek zoals Champ d’Action. Bij dit ensemble was hij Young Composer in Residence tijdens het jaar 2000 na het winnen van een compositiewedstrijd onder leiding van Klaus Huber.

Tot 1 maart 2001 werkte hij bij de Stichting Logos, een concertorganisatie voor hedendaagse en experimentele muziek, waar hij verantwoordelijk was voor de public relations, publiciteit en het ontwerp en onderhoud van de website. Hij maakt ook deel uit van het Logos Ensemble en het Logos Trio. Als zanger had hij met dit Trio uitvoeringen in Polen, Duitsland, Indonesië en de Verenigde Staten.

Van 2001 tot 2003 gaf Brackx lezingen over nieuwe muziek aan de afdeling Musicologie van de KU Leuven. Momenteel werkt hij ook als muziekprogrammator bij Klara. Sedert 2003 maakt Joachim Brackx ook deel uit van het bestuur van de componistenvereniging ComAV.

 

Werkbespreking

Tijdens zijn studies legde Joachim Brackx zich vooral toe op experimentele en elektronische muziek. In verschillende composities van die periode laat hij de mogelijkheid aan de uitvoerder om iets toe te voegen aan de partituur door onbepaaldheden in de muziek in te bouwen. Zo kunnen de muzikanten bijvoorbeeld kiezen uit verschillende noten of wordt er met opzet geen dynamiek of frasering vermeld. In het grafisch genoteerde Indiscrete Sounds (1996) voor cello, electronics en stemmen is onder andere de duur onbepaald. Het stuk bestaat uit 5 secties, zonder vaste volgorde, die op verschillende manieren uitgevoerd kunnen worden (door de grafische notatie van o.a. toonhoogte en boogdruk) en waarvan de duur van 30″ tot 2’30” kan variëren.

Ook teksten die Brackx voor zijn vocale muziek gebruikt, kunnen aanleiding geven tot experiment. De verschillende Engelse vertalingsmogelijkheden van het Chinese Orchid Pavillon van Wang Hsi-chich (321-379) worden weerspiegeld in de verschillende interpretaties van Brackx’ gelijknamige compositie voor stemmen, percussie en electronics. Die worden mogelijk gemaakt doordat de toonhoogtes van dit stuk, dat hij schreef voor zijn eindexamen in 1998, onbepaald zijn.

Brackx gaat in zijn muziek op zoek naar de essentie van klank, naar een expressief betoog met zo weinig mogelijk middelen. Quiet Beings voor klarinet en piano van 1998 vertaalt die idee voor het eerst en meteen op de meest extreme manier. Deze ode aan de stilte is daarom een spilstuk in Brackx’ prille compositorische loopbaan. Muzikaal betekent dit “essentieel” componeren dat hij eerder verkiest een noot weg te laten dan er een bij te schrijven en een voorkeur heeft voor de stille kant van het volume-spectrum. Het is een poging om terug te keren naar een essentie, ontdaan van bombast, opvulsel en nietszeggende pathetiek. Quiet Beings bestaat uit 5 secties zonder tijdsbepaling en met een transparante, hoorbare vorm. Dit laatste illustreert een ander kenmerk van Joachim Brackx’ muziek, namelijk het belang van het klinkende resultaat: als een ingenieus uitgewerkte vormstructuur of een ander muzikaal gegeven niet hoorbaar is, is het zinloos.

Dat geldt ook en in het bijzonder voor de teksten van de vocale composities van Joachim Brackx. Het is belangrijk dat luisteraars die teksten verstaan en begrijpen. Met dat doel voor ogen wordt de tekst in Shifting Fields (voor twee gemengde koren, sopraan, altus, viool, viola, cello, percussie, dwarsfluit, basklarinet, piano en electronics, 1999) eerst “a capella” gefluisterd. Deze sage over de goden bestaat uit geschriften van Leopardi, Heine en een Chinese anonieme auteur. De kernidee van het stuk is de ontvoogding van de mens ten opzichte van de religie. Tegelijkertijd en parallel daarmee tracht Brackx in dit werk een muzikale taal te ontvoogden: muziek die normaal als religieus bestempeld wordt omdat ze bv. veel lange noten heeft, wil hij “terugwinnen”, de koppeling tussen een muzikale taal en een idee moet losgekoppeld worden.

Een aantal compositietitels verwijst expliciet naar Brackx’ compositorische idee van “shifting” (Shifting Landscapes, 1998, Shifting Landscapes II, 1998 en Shifting Fields, 1999). In die composities creëert Brackx gradueel verschuivende velden: nu eens trage evoluerende klankmassa’s, dan weer strenge formele landschappen met duidelijk afgelijnde lijnen en een klare opbouw (bv. op- en afbouwende clusters).

Brackx is sterk geïnteresseerd in het hoe en waarom van het scheppende, uitvoerende en receptieve proces. Naast zijn eigen functie en plaats als componist (het coproduceren van een hedendaagse cultuur) en die van de muzikant (geen slaafse uitvoerder, cf. zijn experimentele muziek), wil hij ook die van de luisteraar beklemtonen. Hij wil hem doen nadenken over zijn relatie tot en perceptie van klank. Door bijvoorbeeld stille muziek te schrijven zorgt hij ervoor dat de luisteraar zich meer moet concentreren en zo bewuster gaat luisteren. Of door het publiek aan te sporen om zich tijdens de uitvoering van Shifting Fields in de ruimte te verplaatsen of zelfs iets toe te voegen aan het muzikale discours. De luisteraar moet zich bewust worden van zijn aandeel, inbreng en functie in het scheppend proces. Ook {G}rayns voor Champ d’Action (2000) speelt daar expliciet op in. Deze compositie gaat over de muzikale herinnering en bestaat uit twee delen die gescheiden zijn in tijd. De muziek van het eerste deel wordt tijdens de uitvoering opgenomen. Die tape wordt vervolgens op bepaalde vastgelegde plaatsen geknipt en die stukjes worden, na enkele andere composities, “at random” gecombineerd met de muziek van deel twee. Deze combinatie van gekende muzikale structuren en nieuw materiaal nodigt de luisteraar uit om intenser en meer bewust te luisteren.

Joachim Brackx componeerde Pieci/Pieces in 2003 in opdracht van Transit. Deze compositie voor 2 violen, altviool, cello en contrabas bestaat uit vijf kleine stukjes voor telkens wisselende bezetting (twee duo’s, twee trio’s en het volledige kwintet). Het is de bedoeling dat de verschillende stukjes na elkaar gespeeld worden op verschillende plaatsen in de concertruimte. Het is hierbij heel belangrijk dat er geen lawaai is tussen en tijdens de uitvoeringen. In het voorwoord van de partituur vraagt de componist zelfs uitdrukkelijk om zoemende apparatuur uit te schakelen. Dit werk heeft dan ook een overwegend stille dynamiek.

Zoals reeds eerder vermeld, hecht Brackx groot belang aan goed hoorbare structuren. Het eerste, tweede en vierde stukje zijn sterk contrapuntisch, met een transparante textuur, waarbij het muzikale materiaal heel duidelijk tussen de verschillende stemmen doorgegeven wordt. Het derde stukje contrasteert met de andere door de aangehouden homofonie. Het laatste stukje is opnieuw contrapuntischer en heeft door de grotere bezetting een iets dichtere textuur dan het eerste, tweede en vierde stukje, waaruit veel motivisch materiaal wordt ontleend.

 

Werklijst

Vocaal: “PSPP” (1996); Intervals (1996); Solitude Bleue (1997); Orchid Pavillon (1998); Shifting Fields (1999); Fragen (2001); La princesa está triste… (2001); Infant Joy/The Fly (2002); Dunque addio/Tornate o cari baci (2002); Sê o dono de ti (2005); Quaestiones II (2005); Bearer’s Song (2006); Lasciate mi morire (2008); Pour vos beaux yeux (2008); Images d’Ostende (2008); Whispers (2008); 3 drinking songs on texts by Omar Khayam (2010); Stiller Freund (2010); ‘Almschi’ (2010); Maeterlinck Sessions (2011)

Opera en muziektheater: Elektra (2009); Die Entführung aus dem Paradies (2009); La mort au bal masqué (2009); Century Songs (2009-2010); Maeterlinck (2012); Requiem voor goden (2012)

Kamermuziek: Dzejolis (1996); Indiscrete Sounds (1996); Shifting Landscapes (1998); Quiet Beings (1998); Dualog (1998); Silent Forms (1998); Ikeru (2000); {G}rayns (2000); Breaking Points (2002); Metaforme (2003); Pieci/Pieces (2003); Spring-Flower Petals (2004); floating clouds travell al day long (2004); peach blossoms thicken with rain (2005); [Nadir/Zenith] + 4 (2006); Music for Tunnelrat (2008); Nuages (2010); Musikalisches Opfer + 4

Electronische muziek: NetMusic (1995); Shifting Landscapes II (1998); Music for MvV+ voor installatie en live-muzikanten; Music for Ontluiken (2001); Music for HNE (2001); Music for Klara in ’t paleis (2002); Music for Little Bits (2005); Music for Lines (2005); Music for Hou-ding (2005); Music for Housekeeping (2006); Music for 4 people 2 days (2006); [Nadir/Zenith] (2006)

Muziek voor player-piano: Dualistic Solitude (1998); Dualistic Solitude II (1999)

Muziek voor (kort)film: Music for 500 miles is not enough (Hans Spilliaert) (2004); Music for vers (Miek Flour) (2005)

 

Bibliografie

– BRACKX, J., Losse gedachten van een scheppend kunstenaar, in Contra., jg. 3, nr. 4, mei-juni 2004, p. 49-51
– DELAERE, M., The listener’s Contribution: Composing according to Joachim Brackx, in The Low Countries: Art and Science in Flanders and The Netherlands (jaarboek Ons Erfdeel), Brugge, 2006, p. 290-292

 

Discografie

– Dualistic Solitude II, NEW MUSIC FOR PLAYER PIANO, Logos Public Domain
CD LPD-004
– Lexicon van de muziek in West-Vlaanderen 4, CD LM 04 (2006)

 

©MATRIX
Teksten van Pieter Vandamme en Rebecca Diependaele
Laatste aanpassingen: 2006