SLEICHIM Eric (1958)

Eric Sleichim (pseudoniem voor Eric Michiels) werd geboren in Antwerpen op 18 november 1958. Hij studeerde aan de conservatoria van Brussel en Luik. Begin jaren tachtig speelde hij in tal van groepen, zoals Allez Allez, Lavvi Ebel, Simpletones en Soft Verdict. In 1984 richtte Sleichim samen met Thierry De MeyPeter Vermeersch en Walter Hus de groep Maximalist! op. Maximalist! ontstond een jaar nadat de muzikant-componisten elkaar ontmoet hadden in het kader van de eerste choreografie van Anne Teresa de Keersmaeker, Rosas danst Rosas. Het imago van de groep was allesbehalve klassiek: hun muziek was een mix van rock, jazz en klassiek. De opvoeringen werden o.a. gekenmerkt door nonchalance op het podium, vlotte (zwarte) kledij en het tonen van de inspanning bij het spelen. Toch is Maximalist! niet te beschouwen als andersoortige pop, maar eerder als avant-garde muziek. De muziek is dan ook moeilijk te plaatsen onder een klassieke of populaire noemer. De behandeling van het muzikale materiaal neigt naar de repetitieve muziek, de andere aspecten van Maximalist! wijzen meer in de richting van de populaire muziek. In 1989 hield Maximalist! op te bestaan, maar Sleichim zou nog regelmatig samenwerken met de andere leden van deze groep. Zo speelde hij bij X-legged Sally, een groep rond Peter Vermeersch.

In 1988 richtte Sleichim zijn eigen saxofoonkwartet op, het BL!NDMAN-kwartet, dat naast composities van Sleichims hand ook werk van andere jonge componisten en componisten zoals Xenakis, Cage en Stockhausen brengt. Met het kwartet wilt Sleichim het repertoire voor saxofoon uitbreiden. In 2008 groeide BL!NDMAN uit tot een collectief, dat bestaat uit vier kwartetten: het oorspronkelijke saxofoonkwartet, een percussiekwartet, een strijkkwartet en een vocaal kwartet dat in 2014 door een gemengd kwartet werd vervangen. Het collectief focust op multimediale projecten, die het midden houden tussen muziektheater, filmconcerten en performances en wordt voornamelijk in het buitenland geprogrammeerd. De naam BL!NDMAN verwijst naar de titel van Marcel Duchamps tijdschrift The Blind Man(1917) dat hij in New York uitgaf. Daarin gidste een blinde het publiek doorheen een tentoonstelling. Yves Knockaert leest deze verwijzing naar Duchamp als kenmerkend voor Sleichims zelf-reflexiviteit, en ziet de Antwerpse saxofonist en componist dan ook als een – in dit geval – “dove gids,” die zichzelf en de muziek die hij maakt voortdurend in vraag stelt.

Kenmerkend voor Sleichims componeren is de onorthodoxe wijze waarop hij de saxofoon benadert, waarbij de ‘bijgeluiden’ van de saxofoon, zoals de klank van de kleppen en smak en plofgeluidjes, de hoofdrol spelen. Sleichim geeft workshops in binnen- en buitenland over deze onconventionele speeltechnieken. Hij schrijft zijn composities meestal voor BL!NDMAN, in opdracht van zeer diverse organisatoren. Zijn composities zijn dan ook vaak geen op zichzelf staande werken, maar maken deel uit van theaterstukken, performances, choreografieën, films, kunstvideo’s en tentoonstellingen. Zo werkte hij samen met internationaal gerenommeerde kunstenaars, waaronder danseres Meg Stuart, theatermakers Jan Fabre en Guy Cassiers, schrijver Peter Verhelst en beeldende kunstenaar Trudo Engels. Verder laat Slecichim zich vanaf 1999 geregeld leiden door de muziek uit de barok. Dit resulteert in projecten met eigenzinnige herwerkingen van de muziek van Bach, Schütz, Buxtehude…

Jan Hoet koos Sleichim voor een reeks soloperformances in het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst te Gent in 1985 en voor de composities Non-Euclidian Solos en Verwicklungen/Les Anamorphoses voor Documenta IX te Kassel in 1992. Vanaf 1994 componeert Eric Sleichim ook begeleidingsmuziek voor stomme films, voornamelijk van Buster Keaton. De talrijke samenwerkingen en projecten brachten Sleichim op de grote Europese podia en festivals, zoals Festival d’Avignon in 2005, de Ruhrtriënnale in 2009 en Schaubühne Berlin in 2012. In 2007 was Sleichim curator van het muziekfestival Music@Venture in deSingel. Verder bracht hij met BL!NDMAN meerdere cd’s uit met eigen muziek en bewerkingen. Multiple Voice (2002) met bewerkingen van polyfone werken uit de 12de tot de 16de eeuw voor saxofoon won de Klara Muziekprijs. Sinds 2014 legt Sleichim zich toe op de Tubax, een nieuw saxofoontype met een zeer laag bereik.

 

Werkbespreking

De muzikale stijl van Eric Sleichim is gekenmerkt door een fascinatie voor geluid en klankexperiment. Zijn vroege oeuvre (vanaf 1988) is te beschouwen als één groot work-in-progress rond de saxofoon. Vanaf 2000 componeert Sleichim ook voor andere instrumenten.

Vanuit zijn ervaring als muzikant groeide er bij Eric Sleichim een frustratie ten opzichte van het conventionele gebruik van zijn instrument. Hij ervaarde een hiaat tussen de klassieke muziekwereld en de jazzwereld. De hedendaagse muziek opende een enorm universum aan mogelijkheden, maar hier ontbrak de fysieke energie die men wel vindt in de jazz. Sleichim voelde zich dan ook genoodzaakt om een nieuwe taal te ontwikkelen voor de saxofoon, die beide werelden met elkaar verbindt. Vanuit dit esthetisch standpunt is hij beginnen zoeken naar en werken met andere klanken. Daarbij speelt het fysieke contact met het instrument een belangrijke rol. Zo werkt hij o.a. met zuchten, met geluiden van de klepslag, met alle mogelijke demptechnieken of met het kloppen op het instrument. Improvisatie en compositie volgen dit klankonderzoek op de voet. Elke fase van zijn onderzoek wordt toegevoegd aan de voorgaande ervaringen en aan het potentiële compositiemateriaal.

Toch zijn zijn composities geen loutere voorstellingen van dit onderzoek. Sleichim stelt enkel het verwerkte resultaat voor. Op deze manier schept hij orde in zijn klankuniversum. Five Movements for Beuys is Sleichims eerste werk voor saxofoonkwartet. het werd gecreëerd in Bozar op het première-concert van BL!NDMAN in 1988. Omwille van zijn bezetting (sopraan, alt, tenor, bariton) is het saxofoonkwartet het ideale uitgangspunt voor zijn composities; zo beschikt hij over het hele gamma van tessituren.

Poortenbos (1989) voor saxofoonkwartet is een suite van twaalf delen, drie bewegingen en negen poorten. Doorheen het werk worden verschillende solo’s en combinaties van duo en trio afgewisseld met het volledige kwartet. Begrippen uit de wereld van de elektronische muziek, de positieve wetenschappen en de wiskunde, fungeren als compositietitels. Maar dit zijn eerder vrijblijvende verwijzingen dan onderliggende compositorische principes. In zijn Non-Euclidian Solos (1992) gaat Sleichim zeer ver in zijn klankonderzoek. Het werk is gebaseerd op totaal verstopte instrumenten. De uitvoerder moet werkelijk de longen uit zijn lijf blazen om een toon te verkrijgen. Verwicklungen/Les Anamorphoses voor saxofoonkwartet (1992) benadert de stilte vanuit de ademhaling. In het werk produceren de muzikanten door hun ademhaling een hoge luchttoon. De luisteraar gaat zich zo geleidelijk aan concentreren op elk kleinste klankafwijking die zich voordoet op deze luchttonen. In beide werken tast de componist de grenzen van klank en niet-klank af. Structureel berusten de werken op theoretisch-wiskundige constructies, maar het auditieve resultaat lijkt nooit de improvisatiefase te verlaten.

Unter den Hämmern (2009) is een compositie voor saxofoon en piano, die Sleichim in opdracht van Transit Festival schreef. Het werk bestaat uit zes bewegingen, waarin de relatie tussen de twee instrumenten geleidelijk aan verandert. In de eerste bewegingen van het werk gelden de multiphonics, lang aangehouden noten en luchttonen van de saxofoon als akoestisch verlengstuk voor de clusters, akkoorden en motiefjes van de piano. Klaas Coulembier beschrijft in Flemish Chamber Music since 1950 (2011) hoe Sleichim het materiaal voor beide instrumenten zo koos dat de saxofoon als een resonator voor de piano kan optreden. Doorheen het stuk gaan beide instrumenten als maar meer onafhankelijk van elkaar spelen. Zo speelt de saxofoon in de vijfde beweging een microtonale solo en in de zesde beweging contrasteren de glissandi van de saxofoon met de akkoorden en motiefjes van de piano. Op de piano kan je immers nooit zo’n gelijkmatig veranderende glissandi spelen.

Naast het klankonderzoek is de interdisciplinariteit een belangrijke pijler in Sleichims compositiekunst. Zo combineert hij in zijn soundtrack voor Steamboat Bill Jr. (1996) zijn unieke saxofoongeluid met gesamplede special effects. Hij werkte samen met de Duitse Ulrike Gabriel, multi-media-artiste, aan Breath (1995). Dit is een project waarbij beelden gegenereerd worden vanuit een interface tussen een computerprogramma en de ademhaling van een uitvoerend muzikant. Digitale en elektronische technologieën worden gebruikt om de klankexperimenten nog verder te voeren. Voor Brussel 2000 creëerde Sleichim het The Autonomous Zones: a Ring of Modules-project.Het concept van dit project is gebaseerd op de ‘Temporary Autonomous Zones-theorie’ van Hakim Bey. In het project gaat Sleichim in zeven afzonderlijke modules de confrontatie aan met kunstenaars uit andere deeldisciplines. La Grande Suite (2000) is een herwerking van dit grootschalige project. Voor deze voorstelling werkte Sleichim samen met Guy Cassiers. Het resultaat is een mix van dans, multimedia, muziek, literatuur en video.

In 2003 schreef en speelde Sleichim de muziek voor Angel of Death, een video-installatie en performance van Jan Fabre. De installatie draagt dezelfde titel als een controversieel nummer van de Amerikaanse band Slayer. De tekst van dit nummer gaat over de Duitse kamparts Josef Mengele en zijn lugubure prakrijken in Auschwitz. Voor Fabres installatie zat het publiek samen met Eric Sleichim en danser William Forsythe tussen vier schermen waarop beelden van de medische universiteit van Montpellier worden geprojecteerd, met menselijke resten in formol en eindeloze rijen schedels. Forsythe draagt een monoloog van Jan Fabre voor die hij aan kunstenaar Andy Warhol opdroeg en de ondertitel “een monoloog voor een man, een vrouw of een hermafrodiet” meegaf. De genderthematiek keert vaker terug in het werk van Fabre, waarmee Sleichim geregeld samenwerkte. In de muziektheaterproductie Men in tribulation uit 2004 wordt dezelfde thematiek vanuit de theaterpraktijk van Antonin Artaud, die zelf geslachtloos wilde zijn, benaderd. In Artauds “théâtre de la cruauté” is er geen plaats meer voor rolletjes of gespeelde emoties, alles op scène moet echt gevoeld worden en is rauw en wreed. Deze gedachte houdt ook Sleichim bezig. In zijn muziek wil hij onderzoeken hoe hij ‘de voorstelling’ voorbij kan gaan en de luisteraar werkelijk kan vastgrijpen en bijna geweld aandoen. Voor Men in tribulation probeerde hij die fysieke luisterervaring te creëren door luidsprekers en muzikanten tussen en rond het publiek op te stellen. Diezelfde idee werkte hij in Gestimmtseit voor strijkkwartet en saxofoonkwartet (2004) verder uit, maar is een constante in Sleichims werken en projecten: fysieke uitputting en experimenten in opstellingen en klankimmersie zijn steeds aanwezig.

Naast de fascinatie voor klanken laat Sleichims stijl zich ook kenmerken door een grote aandacht voor de theatrale en dramatische aspecten van muziek. Zo hebben bijna alle producties van BL!NDMAN (zeker sinds het als collectief bestaat) een sterk uitgewerkte dramaturgie. Beyond/Behind was een productie met zangeres Claron McFadden, avant-garde cellist Jörg Brinkmann, turntable-speler Matthew Wright en Sleichim zelf uit 2016. Deze vier muzikanten benaderen hun instrument stuk voor stuk op een eigenzinnige manier. Zo gebruikt Brinkmann vaak loopins stations en bespeelt hij zijn cello als een gitaar; Claron McFadden zingt vloeiend in een klassiek en jazz idioom en is naast zangeres bovenal een uiterst excentrieke performer. Sleichim bracht deze vier eigenzinnige muzikale persoonlijkheden samen in een voorstelling die het Russische futurisme, met teksten van Mayakovski, Kamenski en Pasternak, als uitgangspunt nam. Hoewel er op scène strikt genomen geen dramatische handelingen plaats vinden, voelt deze voorstelling voor de luisteraar als een muziekdrama: de opbouw van de muziek en de scenografie vormen het drama zelf.

In 2000 bracht BL!NDMAN een cd uit met vier koraalpartita’s van J.S. Bach voor saxofoonkwartet. Tot dan had Sleichim arrangementen steeds vermeden. Toch moet het teruggrijpen naar oude muziek tegen het licht van Sleichims voortdurende zoektocht naar nieuwe (klank-)mogelijkheden voor de saxofoon gezien worden. Tijdens repetities gebruikt het Bl!NDMAN -kwartet Bach-koralen om te oefenen op samen inzetten, juistheid, het zoeken naar elkaars klankkleuren en vooral naar elkaar luisteren. In 2000 werd dus wat oorspronkelijk een oefenproces was, op cd en het podium gebracht. Na het uitbrengen van deze cd, wisselt Sleichim zijn eigen werk regelmatig af met het transcriberen van bestaande composities voor saxofoonkwartet. Zo arrangeerde hij ook werk van Josquin des Prez, Georg Friedrich Händel en 20ste-eeuwse componisten zoals John Cage, Louis Andriessen, Karlheinz Stockhausen en Iannis Xenakis.

In zijn muzikale stijl laat Sleichim zich met een open blik door zeer verschillende muzikale stijlen beïnvloeden: van jazz, naar barok tot het modernisme. Met een zelfde open blik kijkt Sleichim ook naar wat muziek moet of kan zijn. In zijn muzikaal denken, hebben niet alleen componisten en muzikanten maar ook kunstenaars uit verschillende disciplines een plaats. Zo slaagt Sleichim erin een muzikale taal te creëren die de luisteraar direct meesleurt, zonder hem of haar te onderschatten.

 

Werklijst

Saxofoon of saxofoonkwartet: Lié/Délié, suite in 3 bewegingen (1987); Five movements for Beuys (1988); Poortenbos (1989); Non-Euclidean Solos (1992); Verwicklungen/Les Anamorphoses (1992); Momentum (1994); Antonyms-project (1994/…); Meer, kunstvideo door Peter Missotten en Eric Sleichim (1997); Koraalpartita’s van J.S. Bach (1999); La Grande Suite (2000); In Similar Motion (2004)

Saxofoon en andere instrumenten: Gestimmtseit (2004); Re-Max (2005); Doppelquartett mit Henry (2006); Unter den Hämmern (2009);  UTOPIA ::47 – a very last passion (2011)

Muziek voor dans, theater, performance: S*CKMYP (2000); Angel of Death (2003); Men in Tribulation (2004); Teorema (2009); Ik wil Alsaka zijn (s.d.)

Filmmuziek: A page of Madness (1994); Steamboat Bill Jr. (1996); La chute de la maison Usher (1998); Secrets of a Soul (2009)

 

Bibliografie

– K. COULEMBIER, Sleichim Eric: Unter den Hämmern (2009), in M. DELAERE en R. DIEPENDAELE, Contemporary Music in Flanders: Flemish Chamber Music since 1950, Leuven, 2011, p. 31 – 34
– Y. KNOCKAERT, art. Eric Sleichim, in M. DELAERE, Y. KNOCKAERT en H. SABBE, Nieuwe Muziek in Vlaanderen, Brugge, 1998, p. 103 – 105
– Y. KNOCKAERT, Sleichim Eric: Men in Tribulation (2004), in M. DELAERE en V. VERSPEURT, Contemporary Music in Flanders, Flemish Music Theatre since 1950, Leuven, 2008
– Y. KNOCKAERT, Een portret van Eric Sleichim, teruggevonden op http://www.blindman.be/nl/collective/show/7
– M. WILLEMS, Op de toon van een saxofoon, in Muziek en Woord, 17, 1991, p. 6

 

Discografie

– POORTENBOS, Sub Rosa, SUBCD 020-42
– ANTONYMS, Sub Rosa, SR 74
– DUST MAKES DAMAGE, bmg/RCA Victor, 74321 570702
– MULTIPLE VOICE, Universal Music, 472596-2
– MAX!MAL BL!NDMAN, Universam Music, 986835-6
– BL!NDMAN PLAYS BACH, Universal Music, 157675 2
– BL!NDMAN COLLECTED, Warner Classics, 5099944427726
– WATER & FIRE/HANDEL REVISITED, Warner Classics, 5054197251054
– GO CRYSTAL TEARS, Parlophone Belgium

 

Links

BL!NDMAN

©MATRIX
Teksten van Rein Meus, Nele Gabriëls en Anna Vermeulen
Laatste aanpassingen: 2017