SLUYS Johan (1964)

Johan Sluys werd geboren op 10 maart 1964 te Brussel. In 1986 behaalde Johan Sluys zijn licentiaat in de klassieke filologie aan de KU Leuven met een thesis over Aristoxenos’ Elementa Harmonica. Vervolgens studeerde hij aan het Koninklijk Conservatorium Brussel, waar hij de Eerste Prijzen piano (klas M. Schroyens) en kamermuziek (F. Van de Vondel) verwierf. In 2000 behaalde hij er een meestergraad in de schriftuur bij Kristin De Smedt. Tot slot behaalde hij met grote onderscheiding een master in compositie bij Claude Ledoux aan het Conservatoire Royal de Mons. Daarnaast studeerde Sluys ook koordirectie bij Erik Van Nevel en Orkestdirectie bij Daniel Gazon.

In het academiejaar 1991-1992 werd Johan Sluys aangesteld als leraar piano, samenspel en begeleidingspraktijk aan het Stedelijk Conservatorium te Leuven. Daarvoor doceerde hij Latijn en esthetica aan het Sint-Godelieve-instituut te Lennik. In 1994 werd hem gevraagd het parochiekoor te Vlezenbeek te dirigeren, wat hij tot het jaar 2000 zou blijven doen. In 1996 richtte Sluys zijn eigen vocaal ensemble voor oude muziek ‘Odi et Amo’ op en in 1997 het Vlezenbeeks jeugdkoor ‘Karakter’, dat hij zelf zou dirigeren tot 2005. Sinds 2003 tot op heden dirigeert Sluys het Ruusbroeckoor te Hoeilaart.

Als componist is Johan Sluys actief sinds het jaar 2000. Met zijn motet In het begin schiep de mens (SSATB) won hij in 2002 de Prijs voor Compositie van de provincie Vlaams-Brabant. En in 2016 won hij met zijn Homage to Vittoria de Jef Van Hoof-prijs, een driejaarlijkse wedstrijd voor compositie. In 2004 schreef hij Ciaccona als opgelegd werk voor de strijkers in de Axion Classics wedstrijd. En in 2005 werd zijn Requiem for a child soldier voor solisten, koor en percussie geselecteerd en uitgevoerd op de ISCM World Music Days te Zagreb.

 

Werkbespreking

Johan Sluys vertrekt voor een aantal composities vanuit het thema strijd en dit in zijn vele betekenissen. Zo is het uitgangspunt voor het werk Rondo-Toccata “In Flanders Fields” de ellende die de soldaten meemaakten tijdens de eerste wereldoorlog en de psychologische strijd die ze leveren om zich te gedragen als een held hoewel ze de dood voor ogen zien. Kerngedachten zijn hier angst, afscheid, strijd, dood, berusting en de wens ‘nooit meer oorlog’, deze gedachten krijgen elk hun plaats binnen de opbouw van de compositie. Begin- en eindakkoord zijn hetzelfde en de belangrijkste intervallen in dit werk zijn de kleine terts en de grote septiem die ook al in het begin- en eindakkoord aanwezig zijn. De compositie begint met een introductie gevolgd door een toccata-achtig Allegro (A-deel) dat de angst van de soldaten weergeeft. Na het A-deel volgt een overgang naar een meer melodisch B- gedeelte (afscheid). De strijd wordt weergegeven door het C-deel, alla marcia dat eindigt in een reeks opvallende glissandi die staan voor de dood. Nadien worden elementen uit de introductie hernomen met als verschil dat de introductie een halve toon lager begint en dat er een inversie is van de intervallen. Daarna volgt een variatie op het B-deel waarop dan een overgang volgt, zoals tussen het A-deel en het B-deel, naar een variatie van het A-deel. Deze herhaling slaat dan op de berusting waarna er nog een slot volgt dat de wens ‘nooit meer oorlog’ uitdrukt.

Een ander voorbeeld van strijd is te vinden in het motet voor SSATB ‘In het begin schiep de mens’ dat in de periode na 11 september 2001 is geschreven toen de strijd in de naam van God duidelijk zichtbaar werd. Johan Sluys draait in zijn compositie het scheppingsverhaal om, het is de mens die God schiep en niet God die de mens schiep. Elke zin heeft een eigen muzikaal karakter. De eerste zin is sterk imitatief uitgewerkt, alleen het woord God wordt homofoon gezongen om er extra nadruk op te leggen. De tweede zin begint solo op de tekst ‘en toen sprak de mens’, waarop weer een imitatief gedeelte volgt. De vrouwenstemmen zingen de tekst ‘Jahweh zal hij heten’, de tenoren zingen ‘Allah zal hij heten’ en de bassen ‘Onze Vader zal hij heten’. Door de tekst te verdelen over vrouwenstemmen, tenoren en bassen wordt de strijd om hoe God zal heten en de strijd tussen de verschillende godsdiensten nog versterkt. In het derde tekstdeel is het centrale woord heersen, dat door coloraturen sterk wordt benadrukt. Het vierde tekstdeel is ook weer sterk imitatief uitgewerkt zoals de eerste zin.

Voor de compositie Requiem for a child soldier heeft Johan Sluys zich laten inspireren door de problematiek van de kindsoldaten in Afrika en door de Afrikaanse muziek en dan vooral de Oegandese muziek. Afrikaanse invloeden zijn te merken in de instrumentatie zo worden als slagwerkinstrumenten de calabas, conga, spleettrom, sistrum, woodblock, maracas en bastrom gebruikt. Ook het zoemen en het klappen met de handen is typisch Afrikaans. Daarnaast worden ook nog een aantal woorden in het Swahili ingelast. Naast deze Afrikaanse invloeden gebruikt Sluys ook hedendaagse technieken zoals de Messiaense modi waarop het notenmateriaal grotendeels is gebaseerd. Ook laat Sluys zich inspireren door de klankvelden van Ligeti die op een aantal plaatsen in de compositie terug te vinden zijn. Voor de elektronisch versterkte stem (liefst een kinderstem en off stage) die grotendeels laag en ingehouden is, liet Sluys zich beïnvloeden door de opera Ballata van Luca Francesconi. De elektronische stem wordt onder meer gebruikt bij de eerste climax die opgebouwd is in een procédé van diminutie, daarnaast komt ze ook voor samen met een aantal klankvelden, en de laatste keer dat de elektronische stem voorkomt, is in de slotclimax waarin het slagwerk eerst het aantal slagen vermeerdert en nadien weer vermindert. Naast de Afrikaanse invloeden en een aantal hedendaagse technieken doet Johan Sluys ook beroep op een aantal technieken die ook al in de barok werden toegepast. Zo maakt hij onder meer gebruik van de afwisseling concertino – ripieno, de fuga en het koraal. Nog een ander voorbeeld van strijd is te vinden in de compositie Arpie voor piano waarbij het gaat om een innerlijke strijd, de strijd van het geweten, het berouw over de fouten en de zwakheden.

Op het gedicht Odi et Amo van Gaius Catullus schreef Sluys een koorwerk voor SATB. Als oriëntatiepunt neemt hij het spectralisme van Gérard Grisey waar de klank bestaande uit een grondtoon met boventonen centraal staat. Het gedicht gaat over geen uitweg meer vinden door de verscheurdheid van de liefde. Dit thema probeert Johan Sluys te verklanken door een steeds dichter wordende akkoordreeks die dan staat voor het geen uitweg meer vinden. Anders van aard is het werk Ciaconna dat Sluys schreef voor viool, alt of cello. De compositie Ciaconna werd zo genoemd omdat Sluys vertrekt van eenzelfde melodie die de basis vormt voor het hele werk. De melodie wordt niet direct voorgesteld maar wordt pas in haar volle gedaante gespeeld na een cadenza. De melodie bevindt zich meestal ook in de laagste regionen van het instrument.

 

Werklijst

Pianomuziek: ; Rondo-Toccata “In Flanders Fields” op. 1 (2001); Variaties op A ram-sam-sam voor 4 handen op. 3 (2001); (Te) veel verkeer (2001); Arpie (2002); De Pestkop (2003); 7 intervalvariaties (2003); Johnny the Walker (2006); De Maya-tempel van Chichèn-Itza (2006); Tarantella en Boogie (2007); Gameboy (2007); Grootmoeder vertelt (2007); Visioen van een Faun (2007); Augmentation (2007); Een ruiker klanken (2010); Homage to Vittoria op. 13 (2015); Squirrel (2016)

Solo-instrumenten: Ciaccona voor viool (2004); Ciaccona voor alt (2004); Ciaccona voor cello (2004)

Ensemble: Icarus’ vlucht, voor viool en piano (2004); Marbles, voor 7 slagwerkers en piano (2005); A-game mini version voor fluit, klarinet, viool, altviool, cello, piano en percussie (2007); A-game expanded version voor fluit, klarinet, twee violen, altviool, cello, piano en percussie (2008); Lumen de Lumine voor orgel en viool (2008); Tourdion voor tenor saxofoon, fagot, cello, euphonium en trombone (2009); Seasons voor viool en piano (2014); Sakura (2015)

Orkest: O Hildegard voor 9 sopranen en orkest (2012)

Koor: Missa a tre, voor SSBar (1998); In het begin schiep de mens, voor SSATB (2001); Fiziese Jazz, voor SSATB (2001); Requiem for a child soldier, voor SSSSAAAATTBB, electronisch versterkte stem en 3 percussionisten (2003); Odi et Amo, voor SATB (2004); Odi et Amo (SSATB) (2008); Missa brevis (SATB) (2007); Mei (SATB) (2008); Factus est repente (SATB) (2008); Nachtelijke optocht (SATB) op tekst van P. Van Ostaijen (2015); Missa a tre voci (SABar) (2016)

Liederen: Tod der geliebten voor baritone en piano op tekst van Rilke (2001); Ik weet niet waar ik sterven zal voor tenor, piano en cello op tekst van Multatuli (2010)

Jeugdkoor: Onze Vader, voor drie gelijke stemmen en piano (2002); Wiegeliedje voor Pieter, éénstemmig en piano (2003); Kijk, daar!, éénstemmig en piano (2003); Le dormeur du val, gedeeltelijk tweestemmig en piano (2003); Edel, éénstemmig en piano (2003); Liedje voor Anneleen, gedeeltelijk tweestemmig en piano (2003); Sensation, éénstemmig en piano (2003); Mephisto-Waltz, éénstemmig en piano (2003); Niet meer denken, éénstemmig en piano (2003); Karakter, éénstemmig en piano (2003); Wiegeliedje voor Wibert, voor SABar a capella (2003)
; De de die de daardoor kikker (1, 2 of 3 gelijke stemmen) (tekst Marjo Komen) (2010)

Musical: Éénoog, musical in 5 actes op eigen tekst voor soli, koor, harmonie of fanfare, fluit solo, viool solo, fagot solo en percussie (2002)

Bewerkingen: Popule meus (T.L. da Victoria) voor piano; Brahms, Iste symfonie, vierde deel voor piano; Prélude à l’après-midi d’un faune (Cl. Debussy) voor piano vierhandig (en fluit); De muzikale snuifdoos (met klokkenspel ad libitum) (A. Liadov) voor twee piano’s; Gloria in excelsis Deo (SATB); De heiligen ons voorgegaan (SATB); Als een heel zachte adem (SATB en piano); Adeste fideles (SATB); In ’t stalleke van Bethlehem (éénstemmig + piano); Daar is de lente (Jan Dewilde) (SATB); O happy day (naar de Edwin Hawins singers) (voice, SAT); De fanfare van honger en dorst (L. Tavernier) voor concertband en koor (2015); Bohemian Rhapsody (Queen) voor concertband en koor (2015) voor schoolorkest (2016); Va pensiero (G. Verdi) voor concertband en koor (2015)

 

Uitgevers

DMP
Euprint
Lantro

 

 

© MATRIX
Teksten van Evy De Smedt
Laatste aanpassingen: 2016